Vlissingen Dronk

Scheldekwartier

 

Scheldekwartier

Van Dishoeckstraat
4381 VV Vlissingen

 

Oorspronkelijk de kantine van KMS De Schelde in de Van Dishoeckstraat, geopend in 1946. Tot 1996 in gebruik als kantine en podium voor verenigingen.

Geschiedenis

1946
KMS De Schelde, W.J. Oomens en A.M. Morssink

De kantine van "De Schelde", in de volksmond "De Scheldehal", open sinds 25 oktober 1946. De hal werd veelvuldig gebruikt voor uitvoeringen, voorstellingen en dansavonden, o.a. Non-Stop Bal. KMS De Schelde was de eigenaar, W.J. Oomens (Hotel Delta) en A.M. Morssink de exploitanten. (Morssink neemt in 1982 restaurant Oranjeplaat bij de Jachthaven in Arnemuiden over.)

Op 4 februari 1967 werd het Scheldekwartier door brand verwoest en is er een nieuwe hal gebouwd. In 2005 is het hele gebouw gesloopt ten behoeve van nieuwbouw van woonwijk Scheldekwartier op het oude Scheldeterrein.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Scheldekwartier/foto's

Verhalen

Feestavond actiecomité '10 x 10'

Het Scheldekwartier gonsde die zaterdagavond in februari 1962 van zang, dans en jazz tijdens de grandioze feestavond, georganiseerd door het actiecomité '10x10'. Voordat 'Ronny and his Javalins' de dansfuif opende, kon de heer De Jong als dansleider ruim 500 jeugdigen welkom heten die weldra zich meester maakten van de dansvloer. 'The Sharks', o.l.v. Hans Lüber, losten hun voorgangers 'Ramses and the Archers' af, waarbij het trio 'Los Morénos' o.l.v. Fortunato de Baarh, voor een afwisseling zorgde.<br< Ongekend groot was het enthousiasme voor de Vlissingse Blue Diamonds 'De Ruto's'. Er bestond grote belangstelling voor de danswedstrijdn in twist, jive en cha-cha-cha, waarvoor aantrekkelijke prijzen beschikbaar waren gesteld. Het comité kon na afloop met genoegen terugzien op een voor 200 procent geslaagde avond, die weer zijn bijdrage had geleverd voor de anti-hongeractie '10x10'.

Brand in het Scheldekwartier

Uit de PZC d.d. 6-2-1967:
Zeker twee uur moet en deel van het Scheldekwartier inwendig enorm hebben gebrand, voordat de vlammen door dak, voor- en achterramen naar buiten sloegen en Vlissingen alarmeerden. Toen was het al te laat: de kantinezaal (voor 700 personen) aan de rechterzijde in het complex alsmede het buffet en de filmzaal erboven brandden volledig uit. Ze veranderden in een troosteloze puinhoop van verwrongen stalen spanten, één zwartgeblakerde ruimte met resten van stoelen en tafels. De bedrijfsbrandweer van De Schelde en de gemeentebrandweer, waarvan de kazerne vlak tegenover het object ligt, slaagden erin de overige zaaltjes boven de kantinezaal alsmede de schouwburgzaal aan de linkerkant met toneel, garderobe en sanitaire ruimten te behouden. De schouwburgzaal kreeg rookschade en zeer lichte waterschade, de overige gedeelten zeer veel waterschade. De totale schade loopt in de tonnen. De brand is – mogelijk door kortsluiting – zeer waarschijnlijk in het buffet ontstaan. De klok boven dit buffet stond stil op half zeven. Door leidingkokers heen verspreidde het vuur zich naar het filmzaaltje (met apparatuur) en werd daar gestopt tussen de plafonds. Via het buffet lekten de vlammen verder in de enorme kantinezaal. Als een explosie schoot het vuur twee uur daarna, omstreeks kwart voor negen, naar buiten door het dak en door springende ruiten in het complex aan de voorzijde (Van Dishoeckstraat) en achterzijde (Scheldeterrein).
De bedrijfsbrandweer en de Vlissingse brandweer werden afzonderlijk gealarmeerd. Om tien voor half negen kwam er alarm binnen van KMS-mensen bij de portier aan de hoofdpoort. De bedrijfsbrandweer van de Vlissingse werf was kort daarna ter plaatse en vatte de brand aan de achterzijde aan. De gemeentebrandweer kreeg om kwart voor negen een melding. Dat was van de heer A.H. Lefeber, die in de Van Dishoeckstraat woont. Lefeber, hoofdopzichter van de Zegam, kreeg zijn buurman, die vier hoog boven hem woont, aan de deur: “Het Scheldekwartier staat in brand, de vlammen slaan uit het dak”. “Toen ik omstreeks kwart voor negen bij de gemeentebrandweer aankwam, -Stiefbeen stond nog op de tv aan toen ik van huis ging-, wist de brandweer nog van niets. Maar ze waren er onmiddellijk bij”, aldus Lefeber. Bij de ingang van het Scheldekwartier trof hij een wachtpost van De Schelde, die zei: “ze zijn aan de achterkant aan het spuiten”. Kort daarna ging Lefeber nog het gebouw in – dat tot stikkens toe met rook was gevuld – om de gasmeter af te sluiten. Vrijwel gelijk met de melding van Lefeber belde een dochtertje van loods A. Heeres, de brandweer.
De Vlissingse brandweer, eerst de kerngroep van omstreeks tien man en kort daarna de in ijltempo gewaarschuwde vijfentwintig vrijwilligers, pakte het vuur direct met groot materiaal aan de voorzijde aan. Totaal elf stralen werden op het pand gericht: twee op het dak, vier door gesprongen ramen aan de voorzijde naar binnen, twee direct op de zaal en later één naar de galerij boven de garderobe, alsmede het waterkanon en nog een straal boven. Doel was in de eerste plaats te voorkomen dat het vuur oversloeg naar de schouwburgzaal. Van het dak af werd een watergordijn gelegd. Toen de Vlissingse brandweer werd gealarmeerd was de rechterzijde van het gebouw van voor tot achter al één vuurzee. De vlammen sloegen ook uit het dak. Zo gauw de brand bekend was, rende portier De Rijke jr. al in zijn eentje naar het terrein om de auto’s uit de vlak naast de kantinezaal gelegen garage te rijden. Hij kreeg daarbij kort daarna assistentie van de gewaarschuwde heren Abee sr. En jr., een schoonzoon en de chef transport Sterzenbach van de KMS. Busjes, vrachtauto’s, opstapwagens en personenauto’s werden zo snel mogelijk naar buiten gereden. De Scheldebrandweer begon kort voor half negen het blussingswerk aan de achterzijde, eerst met zestien man, daarna op volle sterkte, inclusief de Scheldepoortbrandweer, van totaal veertig man, met zes stralen.
Ondercommandant J. Steendam en brandmeester C. Schout, die bij aankomst naar binnen gingen om poolshoogte te nemen en de harmonikadeuren openden die de kantinezaal in twee delen scheidden, stonden direct voor een enorme vuurzee. Ze konden nog net aan de loeiende vlammen ontkomen. Op dat moment kreeg het inwendige brandende vuur lucht van drie kanten tegelijk: van achteren sprongen de ruiten, evenals van voren en aan de bovenzijde kwamen de dakplaten naar beneden. Dat was de vuurzee van de uitslaande brand, die de bewoners van de Van Dishoeckstraat alarmeerde. Het hele gebouw was gevuld met een verstikkende rook, het bluswater droop door de hal van het Scheldekwartier via het trottoir op straat. De brandweer gebruikte persluchtmaskers en schijnwerpers. De Scheldebrandweerauto’s zorgden met koplamplicht voor verlichting aan de achterzijde van de brandende kantinezaal. Een paar brandweermannen konden later op de avond nog een kratje met flessen melk uit het gebouw sjouwen. Geblakerde tafeltjes werden gebruikt om het bluswater naar buiten te schuiven. De heer M.C.C. de Reeper, hoofd personeelsopleiding, ging door de plassen heen op de rug van een brandweerman naar binnen en vervolgens naar boven om papieren voor cursussen van de bedrijfsleerlingen te redden. Kasten werden opengebroken, de papieren bleken onbeschadigd. Omstreeks kwart voor tien was men de brand meester. Om tien uur lekten er nog een paar vlammen aan het plafond boven de galerij en tegen twaalven haalden bedrijfsbrandweerlieden aan de achterkant nog stukken plafond in een vonkenregen naar beneden. Maar om half elf was het voor de Vlissingse brandweer bekeken en kon men inrukken. De bedrijfsbrandweer bleef nablussen en de wacht houden tot zondagmorgen. Onder de tallozen die bij de brand stonden waren burgemeester mr. B. Kolff, alsmede van de Scheldedirectie de heren J.W. Hupkes, ir. J.H. Mulock Houwer, G.N. van Ginkel en bedrijfsdirecteur G. Huizinga.
Nog ’s middags was er in de kantinezaal, waar doordeweeks twee- tot driehonderd Scheldemensen hun boterham tussen de middag op eten, een receptie gegeven van de Scheldepersoneelsvereniging, die twintig jaar bestaat. Komende week zouden er twee toneelopvoeringen in het Scheldekwartier zijn en op 21 februari het jaarlijks bedrijfsconcert. Zowel voor de lunch als voor de komende avonden zal men naar andere oplossingen zoeken. Welke dat zijn is nog niet bekend. Ten tijde van het ontstaan van de brand was er niemand meer in het gebouw. Om zes uur had de heer A. Morsink, de per 1 januari jl. aangestelde nieuwe beheerder van het Scheldekwartier, de deur achter zich dichtgetrokken. Hij woont nog in Etten, waar hij een hotel heeft.

Bijzonderheden

In 1996 verliest het Scheldekwartier de kantinefunctie en wordt de zaal niet meer niet gebruikt voor officiële ontvangsten. In het gebouw worden tijdelijke de afdelingen Informatievoorziening en het werkgelegenheidsproject voor vertrekkende werknemers onder gebracht. De kantine is in verband met bezuinigingen verhuisd naar een centralere locatie op het complex van de Koninklijke Schelde Groep.
De personeelsvereniging komt voortaan bijeen in hotel Britannia en de Vlissingse verenigingen zullen moeten uitwijken naar andere locaties voor het houden van hun activiteiten.

Zie ook

Externe links

Bronnen