(→Sjaan Pekaar) |
|||
Regel 68: | Regel 68: | ||
==Verhalen== | ==Verhalen== | ||
− | === | + | ===Tante Sjaan=== |
Uit de PZC d.d. 31-3-1973:<br> | Uit de PZC d.d. 31-3-1973:<br> | ||
"Doe wat je wilt, de mensen kletsen toch", staat er op het bordje boven de bar in het café aan de Walstraat. Dat bordje is vermoedelijk bedoeld als een stille wenk voor de klanten, want de exploitatie van de zaak heeft zo'n spreuk niet meer nodig als ruggesteun. Zij weet wel wat ze wil. En ze handelt er ook naar. "Wat ik in mijn hoofd heb dat volbreng ik", zegt ze op een toon die elke verdere twijfel uitsluit. Zo is mevrouw Pekaar nu eenmaal. Dat is Tante Sjaan ten voeten uit.<br> | "Doe wat je wilt, de mensen kletsen toch", staat er op het bordje boven de bar in het café aan de Walstraat. Dat bordje is vermoedelijk bedoeld als een stille wenk voor de klanten, want de exploitatie van de zaak heeft zo'n spreuk niet meer nodig als ruggesteun. Zij weet wel wat ze wil. En ze handelt er ook naar. "Wat ik in mijn hoofd heb dat volbreng ik", zegt ze op een toon die elke verdere twijfel uitsluit. Zo is mevrouw Pekaar nu eenmaal. Dat is Tante Sjaan ten voeten uit.<br> | ||
Regel 79: | Regel 79: | ||
Wat boeit Tante Sjaan in haar vak. Dit: "In het horecaleven zit alles in. Ze komen hier met dingen aan die je thuis niet zegt. Je bent ook een soort Klaagmuur. De mensen komen met hun ellende bij mij. Maar ik ben er natuurlijk niet om al die problemen op te lossen. Wel om naar de mensen te luisteren. Dat is je vak. Luisteren naar de mensen. Als je niet naar ze luistert lopen ze weg. Ik voel me af en toe wel eens een soort moeder van een groot gezin".<br> | Wat boeit Tante Sjaan in haar vak. Dit: "In het horecaleven zit alles in. Ze komen hier met dingen aan die je thuis niet zegt. Je bent ook een soort Klaagmuur. De mensen komen met hun ellende bij mij. Maar ik ben er natuurlijk niet om al die problemen op te lossen. Wel om naar de mensen te luisteren. Dat is je vak. Luisteren naar de mensen. Als je niet naar ze luistert lopen ze weg. Ik voel me af en toe wel eens een soort moeder van een groot gezin".<br> | ||
Een paar uurtjes op een dag stapt Tante Sjaan uit de beslommeringen van haar bedrijven, waarvan ze op het ogenblik overigens de meeste heeft verpacht, ("ik wil anderen ook weleens een kans geven om zich waar te maken"). Dan trekt ze zich terug in haar flat die, naar mij duidelijk wordt, moet uitpuilen van de antieke spulletjes. In die flat voelt Tante Sjaan zich best. "Daar kan ik eens lekker mezelf zijn. Ik ga op mijn gemak mijn spulletjes bekijken of eens een keteltje poetsen. Maar na zo'n paar uur krijg ik weer drang naar mijn zakenleven. Dan komen de muren van de flat op mij af. Dan ga ik naar mijn hoofdkwartier en dan ben ik weer tevreden. Ik heb een interessant leven. Ik heb mijn jongens. Ik heb mijn meisjes. Ik word op handen gedragen. Ik word nog niet geleefd. Ik leef mezelf". | Een paar uurtjes op een dag stapt Tante Sjaan uit de beslommeringen van haar bedrijven, waarvan ze op het ogenblik overigens de meeste heeft verpacht, ("ik wil anderen ook weleens een kans geven om zich waar te maken"). Dan trekt ze zich terug in haar flat die, naar mij duidelijk wordt, moet uitpuilen van de antieke spulletjes. In die flat voelt Tante Sjaan zich best. "Daar kan ik eens lekker mezelf zijn. Ik ga op mijn gemak mijn spulletjes bekijken of eens een keteltje poetsen. Maar na zo'n paar uur krijg ik weer drang naar mijn zakenleven. Dan komen de muren van de flat op mij af. Dan ga ik naar mijn hoofdkwartier en dan ben ik weer tevreden. Ik heb een interessant leven. Ik heb mijn jongens. Ik heb mijn meisjes. Ik word op handen gedragen. Ik word nog niet geleefd. Ik leef mezelf". | ||
+ | |||
==Bijzonderheden== | ==Bijzonderheden== | ||
*'''Zeger Cornelis le Clercq''', geboren in 1889 als zoon van Jacobus le Clercq en Cornelia Sinke. Eerst gehuwd met Johanna Elisabeth Catharina Duininck, hertrouwd met Maria Jacoba van der Weide. Overleden op 21-8-1953. | *'''Zeger Cornelis le Clercq''', geboren in 1889 als zoon van Jacobus le Clercq en Cornelia Sinke. Eerst gehuwd met Johanna Elisabeth Catharina Duininck, hertrouwd met Maria Jacoba van der Weide. Overleden op 21-8-1953. |
Versie van 27 apr 2017 om 11:49
Amicus
Walstraat 16
4381 EE Vlissingen
Al sinds ca. 1896 is op Walstraat 16 een café gevestigd, in die tijd nog Lange Walstraat 204. J.C. Struijk was de eigenaar, opgevolgd door Z.C. le Clercq die het de naam Amicus gaf. Het café stond ook bekend als "Tante Sjaan" oftewel A.N. Pekaar. Deze beruchte dame was een bekende verschijning in de Vlissingse- en Middelburgse Horeca. In het pand wordt in 1978 nog korte tijd De Beddepan van P. Wagemans gevestigd en krijgt nog in 1978 zijn huidige bestemming, Café Vanuus.
Inhoud
Geschiedenis
1928
|
Z.C. le Clercq en M.J. le Clercq-van de Weijde Zeger Le Clercq neemt het bedrijf over van J.C. Struijk en noemt het Hotel Amicus. Als Amicus in 1954 overgaat naar F.M. Donsen wordt in een advertentie de naam M.J. le Clercq-van de Weijde genoemd. Waarschijnlijk is zij de weduwe van Z.C., die in 1953 overleed. |
1954
|
F.M. Donsen Franciscus Maria Donsen opent op 3 september 1954 en blijft tot 1960 in Amicus. |
1960
|
Van Rijn Deze Van Rijn heeft het gauw gezien en is in augustus 1961 vertrokken. |
1961
|
A.C. Vermeulen Op 2 augustus 1961, om precies te zijn "des n.m. om 2 uur" vindt de heropening van Amicus plaats. De nieuwe eigenaar heet A.C. Vermeulen. Hij houdt het zelfs twee jaar vol. |
1963
|
A.H. van Hoorn Van Hoorn heeft grote plannen met Amicus. Hij wil er een middenstandszaak van maken met als extra attractie een bowlingbaan. Bij de opening op 12 januari 1963 trad het bekende radio- en televisie duo The Eljoy's op. Of zijn bowlingbaan ook gerealiseerd is is de vraag, want in oktober wordt Amicus omgebouwd tot Europees-Indisch-Chinees Restaurant. Het is niet bekend of dit ook een plan van Van Hoorn is geweest. |
A.N. Pekaar Mevrouw Pekaar is beter bekend als "Tante Sjaan". Zij runt Amicus vele jaren en niet alleen Amicus. In 1973 opent zij in Westkapelle haar achtste café en is vast van plan ook een 9e en een 10e te realiseren. Als zij er uiteindelijk een punt achter zet, wordt het café in de Walstraat overgenomen en omgedoopt tot "Vanuus" |
Foto's
Meer afbeeldingen zijn te vinden op Amicus/foto's
Tante Sjaan Pekaar PZC 31 maart 1973
Verhalen
Tante Sjaan
Uit de PZC d.d. 31-3-1973:
"Doe wat je wilt, de mensen kletsen toch", staat er op het bordje boven de bar in het café aan de Walstraat. Dat bordje is vermoedelijk bedoeld als een stille wenk voor de klanten, want de exploitatie van de zaak heeft zo'n spreuk niet meer nodig als ruggesteun. Zij weet wel wat ze wil. En ze handelt er ook naar. "Wat ik in mijn hoofd heb dat volbreng ik", zegt ze op een toon die elke verdere twijfel uitsluit. Zo is mevrouw Pekaar nu eenmaal. Dat is Tante Sjaan ten voeten uit.
Nog maar een paar dagen geleden opende mevrouw Pekaar haar achtste horecabedrijf in Zeeland. Maar nu al mijmert ze, op naar de tien. Want ze is een mens dat van wanten weet. Een mannetjesputter als het aankomt op zakendoen. Bij voorkeur koopt ze verlopen zaken op. En daar probeert ze dan wat van te maken. En dat lukt haar nog ook. Telkens weer.
Waar ligt dat eigenlijk aan? Wat heeft mevrouw Pekaar wat een andere 'horecaffer' niet heeft? "Dat is een kwestie van wilskracht", legt ze uit. "Ik ben van ijzer en staal. Ik heb een doorzettingsvermogen, dat is verschrikkelijk. En ik ben geloof ik magnetisch aangelegd. De mensen komen op me af. Daarbij komt dat ik ook economisch ben aangelegd. Ik heb het al uitgerekend voordat een ander er over gaat denken".
Sjaan Pekaar moet volgens de verhalen stinkend rijk zijn. Tegenover mij is ze wel geneigd om dat toe te geven. "Ik ben een vermogende vrouw", stelt ze vast. "Maar ik blijf gewoon. Ik wil dan ook niet mevrouw genoemd worden. Ik ben gewoon Tante Sjaan. Dat vind ik familieachtig. De mensen hoeven heus niet voor me te buigen omdat ik toevallig veel centen heb. Maar u mag best weten dat je in dit bedrijf moet knollen voor je geld. Het is een keihard bestaan. En de belasting weet me ook te wonen. Ik kan zeggen dat ze ook in een auto rijden van mijn centen".
Mevrouw Pekaar - of zo zij wilt Tante Sjaan - heeft naar zij trots verkondig altijd succes gehad in het zakenleven. Toch is ze ingesteld op eventuele tegenvallers. "Ik hou altijd nog wat geld achter de hand. Maar dat is typisch Zeeuws geloof ik. Een Zeeuw zal nooit zijn laatste cent uitgeven". En Tante Sjaan is een Zeeuwse. Al 57 jaar. Ze is geboren in Yerseke, waar vader oesterkweker was. "Ik ben bij eb en vloed opgekweekt", zegt ze opgewekt.
Maar Tante Sjaan zegt nog veel meer. Veel meer zelfs. Praten met deze vrouw betekent krampen in je vingers krijgen van het schrijven. Want ze praat graag en gemakkelijk.
Zo'n geslaagde vrouw op het moeilijke pad van het horecabedrijfsleven moet toch tenminste jaloerse blikken oproepen van mensen die zich in dezelfde sector maar moeilijk staande kunnen houden? Ik kom bedrogen uit, want Tante Sjaan meldt: "Ik heb wel collega's, maar geen concurrenten. Als je het niet kunt moet niet boos zijn op een ander. Dat ligt aan jezelf".
Wat boeit Tante Sjaan in haar vak. Dit: "In het horecaleven zit alles in. Ze komen hier met dingen aan die je thuis niet zegt. Je bent ook een soort Klaagmuur. De mensen komen met hun ellende bij mij. Maar ik ben er natuurlijk niet om al die problemen op te lossen. Wel om naar de mensen te luisteren. Dat is je vak. Luisteren naar de mensen. Als je niet naar ze luistert lopen ze weg. Ik voel me af en toe wel eens een soort moeder van een groot gezin".
Een paar uurtjes op een dag stapt Tante Sjaan uit de beslommeringen van haar bedrijven, waarvan ze op het ogenblik overigens de meeste heeft verpacht, ("ik wil anderen ook weleens een kans geven om zich waar te maken"). Dan trekt ze zich terug in haar flat die, naar mij duidelijk wordt, moet uitpuilen van de antieke spulletjes. In die flat voelt Tante Sjaan zich best. "Daar kan ik eens lekker mezelf zijn. Ik ga op mijn gemak mijn spulletjes bekijken of eens een keteltje poetsen. Maar na zo'n paar uur krijg ik weer drang naar mijn zakenleven. Dan komen de muren van de flat op mij af. Dan ga ik naar mijn hoofdkwartier en dan ben ik weer tevreden. Ik heb een interessant leven. Ik heb mijn jongens. Ik heb mijn meisjes. Ik word op handen gedragen. Ik word nog niet geleefd. Ik leef mezelf".
Bijzonderheden
- Zeger Cornelis le Clercq, geboren in 1889 als zoon van Jacobus le Clercq en Cornelia Sinke. Eerst gehuwd met Johanna Elisabeth Catharina Duininck, hertrouwd met Maria Jacoba van der Weide. Overleden op 21-8-1953.
- Franciscus Maria Donsen is gehuwd met Anna Louise Margaretha Lohm. Vader Lambertus Christianus Donsen heeft in 1896 een bierhuis in de Sarazijnstraat.
- Adriana Neeltje Pekaar -geboren in Yerseke op 23 augustus 1915- is beter bekend als "Tante Sjaan". Na snackbar Michieltje runt ze vele jaren Café Amicus in de Walstraat. En niet alleen Amicus, in 1973 opent zij in Westkapelle haar achtste café en is vast van plan ook een 9e en een 10e te realiseren. Als zij er uiteindelijk een punt achter zet, wordt het café in de Walstraat overgenomen en omgedoopt tot "Vanuus". Sjaan Pekaar overleed op 10 oktober 2007.
Zie ook
Externe links
Portretje van 'Rooie' Riet de Groot in rubriek 'Ik ben Vlissingen', door Helge Prinsen
Bronnen
- Foto's: Gemeentearchief Vlissingen
- Foto Riet, Bep en Toos: Collectie Barry Volmer
- Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek
- Artikel Tante Sjaan Pekaar: PZC 31-3-1973