Jeugdsociëteit Walk Inn
Minister Lelystraat 1
Vlissingen
Jongerensoos in de Min. Lelystraat, geopend op 8 november 1967. Op een herfstkamp van Instuif De Sloep kregen de deelnemers de opdracht een naam te bedenken voor een laagdrempelige ontmoetingsruimte met de gezelligheid van een herberg. Daar gaf Henk Feij de voorzet voor de naam Walk-Inn. Ook het eerste jongerenbestuur werd daar gevormd, Flip Feij, Eddy van der Grift en Johnny Meijboom, kort daarna uitgebreid met Henk Feij.
Inhoud
Geschiedenis
1967
|
Kerkvoogdij Nederlands Hervormde Gemeente In de jaren zestig ontstaat, naast De Globe op het Bellamypark, The Walk Inn in de Minister Lelystraat. Het is een jongerencentrum van de Nederlands Hervormde Kerk, geleid door Jan Hintzen. De soos zit iedere avond vol tieners die het prettig vinden om tussen het huiswerk door er even uit te kunnen. Ze vinden het gewoon gezellig, want "wat moet je de hele avond thuis doen?" "En je kunt hier tenminste droog je verkering ontmoeten". Zie voor meer tekst de afbeelding "Artikel 25-5-1968". De uitgebreide geschiedenis van Jeugdsociëteit Walk-Inn is beschreven in "Den Spiegel" oktober 2000. |
Foto's
Meer afbeeldingen zijn te vinden op The Walk Inn/foto's
Verhalen
Jan Hintzen aan het woord
Uit de PZC d.d. 18-5-1968:
"Er is maar één juiste manier om de jeugd tot elkaar te brengen en haar onder elkaar te laten zijn. Geef de jongelui de ruimte in een stuk ruimte in de vorm van een goede soos. En als ze binnen zitten, kom dan niet met een strakke programmering aandragen, maar laat ze verregaand vrij. Laat de verantwoording waaraan men zo zwaar tilt nou eens zoveel mogelijk over aan de jeugd zelf. Het lukt best en het betekent zelfs een aparte trekpleister voor de tieners. Hoe vaak gebeurt het niet dat de jongelui eigen beleidslijnen hebben uitgestippeld, die dan door de ouderen -de volwassenen- weer omvergekegeld worden? Dat moet gewoon voorkomen worden.
Ikzelf heb sterk de neiging vaak en veel naar de jongelui te luisteren en aan de hand daarvan de opzet van het jeugdwerk te bepalen. Dat wil niet zeggen dat ik ze altijd maar hun gang laat gaan. Neen, dat is ook weer niet de bedoeling. Regelmatig poog ik boeiende onderwerpen met de moderne communicatiemiddelen die ons ter beschikking staan, te lanceren en zo fascinerend mogelijk op de jeugd over te brengen. En zoiets kan echt geen kwaad, van tijd tot tijd, maar verruimt slechts het gezichtsveld van de jongelui. je zou het zelfs als een soort educatieve zaak kunnen zien. Maar dat is eigenlijk al weer een te krasse uitdrukking.
Op gezette tijden komt een stel jongelui bij elkaar om allerlei plannetjes te bespreken. Vooral maken zij dan ook hun bezwaren en bezwaartjes kenbaar. Hun argumentatie is meestal redelijk en acceptabel.
Eén van hun eerste grieven was bijvoorbeeld: de te frequente aanwezigheid van de leiding. En ze hebben gelijk, want ik ben zeker van mening dat de leiding niet constant als een waakhond moet rondlopen. De jeugd meende namelijk dat het oog van de leiding nogal storend en remmend werkte in hun doen en laten. Het zou zelfs diverse jongens en meisjes weghouden uit de soos.
Wel loop ik zo af en toe eens even binnen, want anders verlies je zo gauw contact met de jongeren en dat wil ik persé voorkomen. Ben ik er eventueel niet en hebben ze me nodig, dan weten ze me altijd te vinden. Ik luister dan graag naar hun ideeën. En luister maar goed ook, want je loopt o zo snel achter en dan ben je zogenaamd conservatief.
Incidenteel komt bij ons het hervormde accent om de hoek kijken, doordat de jeugd uit pure belangstelling vragen in die richting stelt. Die kan ik dan niet negeren en wil ik ook niet negeren, omdat ik er zelf positief sta tegenover de kerk. Bovendien moet ik wel vanwege de kerkelijke achtergrond van ons jeugdwerk. Maar ik loop niet met de kerk als visitekaartje rond te zwaaien en probeer niet te hervormen.
Ik heb trouwens dikwijls gesprekken met tieners over de meest uiteenlopende onderwerpen. Het zijn onderwerpen die niets met de soos te maken hebben. Laatst vertoonde ik een film over seksuele voorlichting. Na afloop ontpopte zich een levendige discussie bij de jongeren. Het bleek dat het groepje dat overbleef na de filmerij, zichzelf als het ware had geselecteerd. De tieners wilden en durfden een diepgaand gesprek hierover te voeren".
De jeugd aan het woord
Uit de PZC d.d. 25-5-1968:
"Loop in, loop uit, dat kan elke avond behalve zondag in de Walk-Inn-soos. De Tl-buizen in de gang van het entree verlichten talloze brommers en fietsen die in de regel voor de ingang geparkeerd staan.
Grote ruwe stenen zijn het behang van de soosruimte. Onder een plafondhoek vol gedrapeerde visnetten staat de bar met krukken. De jeugdsoos is gesplitst in twee gedeelten. De ene helft is ingericht met tafels en stoelen, de andere helft is gereserveerd voor lichamelijk ontspanning. De ene helft is ook iets schaarser verlicht dan de andere. Wel bestaat er de mogelijkheid de twee ruimten van elkaar te scheiden door een vouwdeur dicht te schuiven. Maar dat wordt zelden gedaan, alleen speciale gelegenheden. De oppervlakte levert een nogal trieste en kale aanblik op, doordat slechts weinig aankleding de soos tooit. De versheid van het gebouw speelt in deze een grote rol. Er mag nog niet teveel in worden geknoeid en getimmerd.
De jeugdsoos zit toch iedere avond opnieuw tjokvol met tieners, want zij vinden het prettig om tussen het huiswerk even er tussen uit te kunnen wippen. De jongelui zitten her en der verspreid in de soos, ze zitten of staan in groepjes met elkaar te praten. Wij spreken met Kees de Munck, Henk Buisman, Marjette Hueting, Ciska Kopmels, Paul Mechielsen, Eddy van de Grift en Ineke van Overbeeke.
'Het is gewoon gezellig. We zouden niet weten wat we de hele avond thuis moeten doen. Natuurlijk beschouwt de leiding deze ruimtes als een middel waardoor wij van de straat worden gehouden, dat weten we, maar dat is niet erg. Je kunt hier tenminste droog je verkering ontmoeten. Daarom komen ook velen hier. Je kan dan lekker rustig met elkaar kletsen en zo. De hele avond bij ouders achter de televisie zitten is niet zo'n pretje. Vooral niet wanneer je vader nooit een mond open doet'.
'De meesten van ons hebben permissie om hier te komen. Het is ontspannend om voor of na je huiswerk even een glaasje te kunnen drinken in je eigen omgeving. Als je maar aan de tijd van afspraak houdt om op tijd thuis te zijn, dan mag je van je ouders hier toch komen wanneer je maar wilt'.
'Neen, bier hoeft glad niet voor ons. Het haalt de sfeer alleen maar naar beneden. We komen hier niet voor het bier, dan kun je net zo goed naar en kroeg toegaan. We komen hier om elkaar. Het verschil tussen werkende en studerende jongelui merk je niet. Alle tieners kunnen goed met elkaar overweg'.
'Wel is het jammer dat de jongens vrijwel niet durven dansen. De platen zijn mieters genoeg om te dansen. Het zou echt wel prettig zijn als het licht eens wat minder kon. Het visnet dat wij van huis hebben meegesleept begint een beetje tegen te staan. Er moeten nodig wat meer gezellige dingen aan de wand komen'.
'TV-kijken moet elke jongen en meisje voor zich zelf weten. Soms staat dat ding uit en heeft niemand behoefte om er naar te kijken. Ja, soms, dan is er een goed programma, maar dan kijken we met zijn allen'."
Bijzonderheden
Vergunning voor verlof A verleend op 11 september 1967
Zie ook
Externe links
Bronnen
- Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek
- "Van hobbyclub, via instuif naar pop- en kleinkunstpodium: jeugdsociëteit Walk-Inn" door Jan Hintzen in Den Spiegel, oktober 2000. Den Spiegel is een uitgave van de Ver. Vrienden van het MuZEEum en het Gemeentearchief Vlissingen.
- Foto's: Gemeentearchief
- Foto onbekende jongeren: Tony Duiv
- Foto's: collectie Henk Feij en Louis Filius
- Foto's reünie 1980 en de foto met vrijwilligers uit 1986: Leo Platteeuw