Vlissingen Dronk

De Kajak

 

De Kajak

Sarazijnstraat 6
4381 CJ Vlissingen

 

Op de eerste verdieping van het gebouw de Kajak is in de jaren '50 en '60 Jeugd- en Jongerencentrum 'Ruimte' gevestigd. 'Ruimte' is een landelijke organisatie, voortgekomen uit de AJC. In 1967 wordt de etage beschikbaar gesteld aan de DOP-soos (Dream At Dawn).

Geschiedenis

1966
Evert Rudy Mulder

Evert Rudy Mulder is in 1966 beheerder van gebouw De Kajak. In april wordt hem een vergunning B verleend.

Foto's

Verhalen

De Opening

Bericht uit de PZC d.d. 9-4-1959:
Zaterdagmiddag heeft wethouder J. Post het nieuwe jeugdgebouw 'De Kajak' van de Arbeiders Jeugd Centrale in de Sarazijnstraat in gebruik gesteld. Voordat het zover was had voorzitter J. Broere de bijeenkomst geopend met een korte speech waarin hij o.m. wees op de lange duur van de totstandkoming van het jeugdgebouw. Spreker behandelde voorts nog de nieuwe vormen in de jeugdcentrale en sprak zijn dank uit aan het Vlissingse gemeentebestuur dat de inrichting van het jeugdgebouw mogelijk maakte.
Hierna voerde wethouder Post het woord. Hij vertelde het een en ander over de A.J.C. en onthulde een bordje, met daarop 'De Kajak', dat achter een vlag verscholen was geweest. Hiermee was het gebouw officieel in gebruik genomen. Wethouder Post ontving de A.J.C.-oorkonde. Vervolgens voerden nog het woord de heer Bliek namens de Vlissingse Bestuurdersbond, die zijn hartelijke woorden vergezeld liet gaan van een boekwerk en een enveloppe, en het lid van Gedeputeerde Staten de heer M.J. van Poelje die namens de PvdA sprak. De vertegenwoordiger van de Vlissingse Jeugdraad, de heer H.H. Schuijs, bood eveneens een enveloppe aan. Mevrouw Verheul sprak namens de vrouwengroep in de PvdA. Ook uit haar handen ontving het A.J.C.-bestuur een enveloppe.
Hierna bleven de aanwezigen nog enige tijd gezellig bijeen in het nieuwe jeugdgebouw, dat er aardig en fris uitziet en door de A.J.C. in de Scheldestad als een grote aanwinst mag worden beschouwd.

Ongeschikt

Uit 'De Stem' 25-1-1967:
Op een houten stoel in een café van een collega op de hoek van de Sarazijnstraat en de Nieuwendijk zit ze daar, in een nieuwe witte trui en een zwarte lange broek, mevrouw F. Bliek, tot vorige week zondagnacht de bewoonster van het uitgebrande café Oostende op het Bellamypark. Dat, wat ze aan heeft, heeft ze gekregen. Ze is er dankbaar voor. "Je zou de mensen zo om hun hals willen vliegen". Ze is er niet blij mee. "Je voelt je armoedig, het is afschuwelijk" vertelt ze. "Zo heb je alles en zo heb je niets. Je staat op straat en je hebt geen cent. Maar je moet toch eten, doorleven, een dak boven je hoofd hebben".
Zij, haar man en een 9-jarig dochtertje, werden na de brand ondergebracht bij een collega-caféhouder. Ze weet dat ze niet op een schopstoel zitten. Ze weten ook dat het zo niet langer kan blijven. En misschien niet zo had gehoeven.
De familie kreeg een caravan aangeboden met alles erop en eraan. "We waren er erg gelukkig mee". Het leek allemaal zo mooi. Maar het ging niet door. De familie Bliek kreeg geen toestemming de caravan te plaatsen. Omdat er geen riolering aanwezig was. Het aanbrengen ervan kostte de gemeente teveel. "We konden een woning krijgen, helemaal aan het andere eind van de stad. Maar weten ze wel wat het betekent als je een huis van onder tot boven moet gaan inrichten, terwijl het maar een tijdelijk onderkomen is. Je kunt nog zo goed verzekerd zijn, je verliest toch altijd nog een berg".
De gemeente wist een oplossing. In de Sarazijnstraat staat een onbewoonbaar verklaard pand. De gemeente, eigenaar van het pand De Kajak, belde een leidster van de jeugdvereniging, vertelde dat de zaak dus zus en zo in elkaar zat. Van de kant van de jeugdvereniging zei men natuurlijk ja en de volgende dag was men al volop bezig de benedenetage van het clubhuis te ontruimen. De Kajak zou een tijdelijk onderkomen worden voor het gezin Bliek. De familie was weer blij dat iedereen zo geholpen heeft en dat ze toch in ieder geval iets hadden. Toen kwamen ze tot de ontdekking dat het afschuwelijk is om wie weet hoe lang te moeten wonen in een uitgeleefd pand, waar geen water, gas en elektriciteit is en waar de jeugd boven je hoofd bezig is.
"Van de club was het erg aardig dat ze zo ineens plaats voor ons maakten. Maar het is afschuwelijk dat men ons daar in heeft willen stoppen". Het werd een week van rennen naar de gemeente en naar gemeentewerken. "Je moet er zelf wel achteraan. We kwamen er achter dat er in de Spuistraat een huis leeg zou komen. We zijn er op af gegaan". De verhuizing naar het jeugdgebouw zal dus niet doorgaan. "Gelukkig, dat is weer een zorg minder, maar er blijven er nog zoveel over. 's Nachts in bed lig je te piekeren. Je hebt niets, je hebt geen cent. De mensen zijn goed natuurlijk. Maar je gaat je hand toch niet ophouden. Probeer je, om niet te piekeren, te gaan slapen, dan zie je iedere keer weer de vlammenzee. Zenuwslopend. Ik gun het mijn grootste vijand niet".
Haar man komt binnen. Hij heeft goed nieuws. Ze krijgen het huis in de Spuistraat. "Een sigaret?" vraagt ze. Ze moet het even verwerken. Haar man vertelt verder, met een 'mummelmondje'. Ook zijn gebit in het glaasje is in vlammen opgegaan. Hij gaat weer weg, terug naar de plaats waar zijn café stond. En waar een sigarenwinkel stond. Tegen de half afgebrande muur steekt en geel plakkaat fleurig is. 'n Lichtpuntje in de duisternis. Het verwijst naar de plaats waar eigenaar J. de Jonge nu zijn doosjes sigaren en sigaretten slijt. En afwacht wat er verder zal gaan gebeuren. Verkoop in de caravan. Bij de muziek. Dat staat op het pamflet te lezen. Muziek, het had een dodenmars kunnen zijn. Hond Jockey voorkwam dat.

Bijzonderheden

Het pand is eigendom van de gemeente en dient tevens als 'vluchtroute' voor La Cave op de Nieuwendijk.

Zie ook

De Fuik

Externe links

Bronnen