Restaurant in de kelder van het Strandhotel aan het begin van Boulevard Evertsen, bovenaan de Leeuwentrap. Helaas moest De Put in 1974 sluiten ten behoeve van de dijkverzwaring.
Inhoud
Geschiedenis
1960
|
E.T. Oosterhuis Teun Oosterhuis opent in juni 1960 een restaurant in de 'catacomben' van het Strandhotel, het krijgt de toepasselijke naam 'De Put'. |
Foto's
Meer afbeeldingen zijn te vinden op De Put/foto's
Verhalen
Herinneringen aan Het Strandhotel
"Ik maakte kennis met het Strandhotel ongeveer in 1935. De bekende Vlissingse goochelaar Adrie van Oorschot gaf er een voorstelling en ik heb ademloos op de eerste rij gezeten om hem op een truc te betrappen. Toen ik thuis kwam vroeg mijn moeder of ik het niet leuk had gevonden, maar ik zei dat dit toveren was en geen goochelen omdat ik hem voortdurend op zijn handen had zitten kijken.
Het Strandhotel, dat wij ook vaak Oosterhuis noemden, naar de naam van de eigenaar, lag op een prachtig punt. Bovenaan de Leeuwentrap lag daar ook de muziektent en daarnaast het beroemde gietijzeren kraantje dat gelukkig nog steeds op de Boulevard staat, maar op een andere plaats.
Dan is het oorlog, de volgende herinnering. Het Strandhotel wordt 'Wehrmachtsheim', een soort militair tehuis voor soldaten (en hun vriendinnen). Daarnaast kwam de uitdeelpost voor de bevoorrading van alle troepen in Vlissingen. Onder het opengeschoven raam was een soort toonbank waar alle levensmiddelen werden aangedragen om door de soldaten in hun militaire huifkarren, met paard en wagen dus, naar hun kwartieren te worden gebracht. Wij hingen daar met een stel Vlissingse gasjes de hele dag rond in de hoop een brood te kunnen pikken. Het is me ook een paar keer gelukt en dan kwam ik thuis met zo'n zuur bruin brood, een soort soldatenkuch. Er was ook witbrood voor de divisie maaglijders, die op Walcheren lagen, maar daar heb ik nooit iets van kunnen pikken. Sommige gauwdiefjes zagen soms kans een worst mee te graaien.
De volgende herinnering is van na de oorlog. De sombere ruimte die opslagplaats was geweest voor de raviltaillering was nu dicht getimmerd omdat de ruit was gebroken. In deze ruimte had de Vlissingse kunstschilder Frans Maas zijn atelier. Grote sombere schilderijen stonden in het donker langs de wand in bruin en in paars. Hij had het bombardement van Westkapelle meegemaakt en tevergeefs geholpen de slachtoffers in de ingestorte molen van Theune van de verdrinkingsdood te redden. En in deze ruimte werd je ook niet vrolijker.
Dan volgt de wedergeboorte van het Strandhotel. Er wordt een mijngang gegraven naar de Put, een garage aan de Badhuisstraat. En iedere Vlissinger hoorde daar bij festiviteiten te gaan eten. De asbakjes van aardewerk hadden de vorm van een proefnapje voor wijn want Theun Oosterhuis was een Chevalier de Tastevin. Het asbakje werd een geliefd verzamelobject, waarvan ik niet weet of het de bedoeling was dat iedereen zo'n asbakje meepikte. Ook in de verzameling van het Stedelijk Museum hoort zo'n asbakje thuis. De bruidssuite van het Strandhotel was beroemd en menig trouwdag kwam daar tot zijn bekroning.
Toen de hele Boulevard, als gevolg van de Deltawet, op de schop ging moest ook De Put worden gedempt en daarmee kwam een eind aan een knusse Vlissingse traditie. Een vriend had na een diner op een mooie meiavond zijn jas aan de kapstok laten hangen, gewoon vergeten. En toen het in oktober weer frisser werd pakte hij na het diner gewoon zijn jas weer van de kapstok. Zo eerlijk was men toen nog. Geen wonder dat zo'n hotel werd gedragen door alle stamgasten.
En zo ging met de brand ook een groot aantal persoonlijke herinneringen van heel veel Vlissingers in rook op."
Uit: Herinneringen aan het Strandhotel, opgetekend door A.H. van Dijk in tijdschrift 'Den Spiegel' 1 juli 1995
Bijzonderheden
Michelinster
Willem Vader, van 1949 tot 1967 chefkok in Het Strandhotel en Rotisserie De Put. Vader verwierf in 1964 en 1965 als eerste Zeeuw een Michelinster. De reden waarom Rotisserie de Put zijn Michelinster niet kon behouden was overbelasting van personeel en dat werd grotendeels weer veroorzaakt doordat het bedrijf geen keuzes maakte. Men wilde in het Strandhotel een sterrenrestaurant, een algemeen café en restaurant, een hotel en een cateringbedrijf met dezelfde crew exploiteren. Er werd nauwelijks geïnvesteerd in materialen en het gebouw. Dat bleef uiteraard niet zonder gevolgen.
Willems zoon Pieter herinnert zich de vele grote partijen die werden georganiseerd op tal van plaatsen in Zeeland ter gelegenheid van bezoeken van het koninklijk huis, tewaterlatingen bij de Schelde, ingebruikname industrie Sloegebied, ontvangsten provinciebestuur en catering aan boord van nieuwe veerboten. Pieter verdiende soms een stuiver (van Oosterhuis was bekend dat hij zijn personeel karig betaalde) in de bediening of als bordenwasser. Vader sr. maakte lange dagen, 6 in de week, van minimaal 12 uur. Voor grote partijen en voor en tijdens de feestdagen was hij vaak 20 uur per dag in touw.
- 'De Put' was het eerste restaurant in Zeeland waar men kon fonduen
- Op 27 februari 2015 vindt een reünie plaats van oud-personeel van Strandhotel en De Put
Zie ook
Externe links
Bronnen
- Foto's: Gemeentearchief Vlissingen
- Foto's: Collectie Joke Vantricht-van Oorschot en Leo Platteeuw
- Foto's personeelsfeestje: Hans Kambier
- Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek
- Tijdschriftenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek
- Artikel 'Brand in De Put': PZC 21-10-1961
- Artikel sloop De Put: PZC 7-1-1976
- Tekst Willem Vader: Pieter Vader