Vlissingen Dronk

Strandhotel

 

Strandhotel

Boulevard Evertsen 2-4
4382 AD Vlissingen

 

Het statige Strandhotel op Boulevard Evertsen dateert uit 1910. In de oorlog is het enkele jaren bezet geweest door de Duitse Wehrmacht. In de jaren '60 en '70 was in de kelder van het hotel het restaurant De Put gevestigd, dit moest in 1974 sluiten ten behoeve van de dijkverzwaring. Het markante witgeschilderde pand heeft tot 1993 dienst gedaan, kort daarna is het (mede door een brand) gesloopt.

Geschiedenis

1910
P.M.W. Schröder

P.M.W. Schröder is de eerste eigenaar van het Strandhotel.

1912
N.V. Zeebad Vlissingen, J.G. Meijer en J.E. Bindels

In 1912 komt Het Strandhotel in handen van de N.V. Zeebad Vlissingen. Directeur van de N.V. Zeebad is op dat moment J.G. Meijer. Na diens overlijden in 1918 volgt J.E. Bindels hem op. Enkele jaren later gaat de N.V. failliet en de bedrijven worden in 1924 afzonderlijk verkocht.

1924
R. Oosterhuis

Na het faillissement van de N.V. Zeebad wordt een deel van Het Strandhotel verkocht aan R. (Reinder) Oosterhuis, eigenaar van een lunchroom in Middelburg. Oosterhuis gaat verder met de naam 'Het Strandhuis'. De nieuwe eigenaar laat het cafégedeelte moderniseren en er wordt een podium aangebracht voor matiné's en concerten. Op de plaats waar eerder de hoofdingang was is een chocolaterie ingericht. De opening van 'de caféterie' vindt plaats op 24 mei 1924. In 1929 opent Oosterhuis in het Strandhuis een 'up-to-date-ingericht hotel-familiepension. Het hotel wordt in 1939 uitgebreid met een tweede etage. Tijdens de oorlog is het hotel in Duitse handen.

1924
J.H. Freiboth

De heer J.H. Freiboth uit Rotterdam wordt aangesteld als exploitant van het hotelgedeelte. In 1929 neemt R. Oosterhuis ook dit deel over zodat er één groot hotel ontstaat. Eind 1930 gaat Freiboth terug naar Rotterdam.

1946
E.T. Oosterhuis

Kort na de oorlog neemt Egge Teun Oosterhuis het hotel over van vader Reinder. Onder zijn leiding wordt in 1968 een derde etage gerealiseerd en een jaar later de eerste verbouwd. In 1960 wordt in de kelder van het gebouw 'rôtisserie De Put' geopend. In 1983 vertrekt Teun Oosterhuis om gezondheidsredenen.

1983
Van Daele & Schreuder Beheer BV en P.M. Aussems

In 1983 verkoopt Teun Oosterhuis het hotel aan Van Daele & Schreuder Beheer BV te Utrecht. Als directeur wordt P.M. Aussems aangesteld. In 1993 wordt het hotel gesloten, kort daarna wordt het gesloopt.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Strandhotel/foto's


Verhalen

Potje met vet

"Op een middag in 1926 werd de politie gealarmeerd voor een brand, welke zou zijn uitgebroken in een gedeelte van het Strandhuis. De politie vond een gedeelte van het huis vol rook, maar kon, met de brandweercommandant bij een nauwkeurig onderzoek, nergens enig vuur ontdekken. Tenslotte vond men in de keuken de oorzaak van het geval: een pot met vet welke men vergeten had van het vuur af te nemen en die geheel was uitgekookt, hetgeen de rook had veroorzaakt".

Opsporing verzocht

"Te Vlissingen heeft in één der hotels gelogeerd een zich noemende H. Labouchère, die voorgaf van Amsterdam te komen. Hij is na enige tijd heimelijk verdwenen zonder zijn hotelrekening, groot fl. 75,63 te voldoen, met medeneming van een tweetal Duitse paspoorten -ten name van Hugo Wilhelm, 30 jaar, en Martha Binzeler, 26 jaar, huisvrouw van Wilhelm- en een bedrag van fl. 13,65, toebehorende aan voornoemd echtpaar, werkzaam in het Strandhotel. Verduistering van deze passen en dit geld wordt vermoed.
Beschrijving van Labouchère: ong. 50 jaar, lang ong. 1.65 m., grijs dun haar, gekleed met grijs colbert costuum, bruine gleufhoed, liggend witboord met gebreide gekleurde das en zware rijgschoenen; heeft enige littekens van snijwonden in het aangezicht; in zijn bovenkaak ontbreken de snijtanden; hij spreekt en schrijft de moderne talen uitmuntend. In het hotel heeft hij achtergelaten 2 linnen boorden waarop de naam 'Boogaard' voorkomt.
De commissaris van politie verzoekt aanhouding van de zich noemende Labouchère en inbeslagneming, zo mogelijk, van bedoelde paspoorten".

Verzet

Bericht uit de Vlissingse Courant van 2 juli 1923:
"De politie moest zaterdagavond assistentie verlenen op verzoek van de directeur in het Strandhotel, alwaar een jongmens, die onder drankinvloed verkeerde, en hem verdere consumptie werd geweigerd, de hoteldirecteur beledigde en zich ook wanordelijk gedroeg. Onder verzet werden het jongmens, alsmede een kameraad die ondoordacht zich in het geval mengde en de politie in haar handelingen belemmerde, naar het politiebureau gebracht, vanwaar zij later in de avond, na verhoor, zijn heengezonden".

Enkele dagen later in de krant deze reactie op het bericht:
"Mijn bedoeling is te wijzen op enkele onjuistheden in uw bericht, t.w.:
1. Dat de 2 jongelui in kwestie totaal niet onder invloed van sterke drank verkeerden. (Deze bewering kan door een 20-tal geloofwaardige Vlissingse ingezetenen bevestigd worden).
2. Dat het verzet waarvan u sprak niet gold de politieambtenaren, maar wel het door de heer directeur tot bruut geweld opgezwiepte hotelpersoneel. Ik wil een hoteldirecteur niet de vrijheid ontnemen personen die hij ongewenst acht, de toegang tot zijn zaak te ontzeggen, echter kan ik u wel verzekeren, dat vele ooggetuigen (o.a. een paar Engelse logeergasten in hetzelfde hotel, met wie ik het genoegen had kennis te maken en over deze zaak te spreken) pijnlijk getroffen waren door de barbaarse wijze waarop bedoelde jongelieden door het kokspersoneel de feestzaal werden uitgesmeten.
Dit laatste juist, meneer de redacteur, doet aan onze badplaats geen goed en ik wil dan ook eindigen met deze raad aan hotel- en caféhouders in 't algemeen en aan de heer directeur van het Strandhotel in 't bijzonder: Wilt gij meehelpen Vlissingen te maken tot een badplaats van goede reputatie, bedenkt dan, dat een optreden als bovenvermeld slechts leiden kan tot een negatief resultaat." Ondertekend door ooggetuige De R.

Herinneringen aan Het Strandhotel

"Ik maakte kennis met het Strandhotel ongeveer in 1935. De bekende Vlissingse goochelaar Adrie van Oorschot gaf er een voorstelling en ik heb ademloos op de eerste rij gezeten om hem op een truc te betrappen. Toen ik thuis kwam vroeg mijn moeder of ik het niet leuk had gevonden, maar ik zei dat dit toveren was en geen goochelen omdat ik hem voortdurend op zijn handen had zitten kijken.
Het Strandhotel, dat wij ook vaak Oosterhuis noemden, naar de naam van de eigenaar, lag op een prachtig punt. Bovenaan de Leeuwentrap lag daar ook de muziektent en daarnaast het beroemde gietijzeren kraantje dat gelukkig nog steeds op de Boulevard staat, maar op een andere plaats.
Dan is het oorlog, de volgende herinnering. Het Strandhotel wordt 'Wehrmachtsheim', een soort militair tehuis voor soldaten (en hun vriendinnen). Daarnaast kwam de uitdeelpost voor de bevoorrading van alle troepen in Vlissingen. Onder het opengeschoven raam was een soort toonbank waar alle levensmiddelen werden aangedragen om door de soldaten in hun militaire huifkarren, met paard en wagen dus, naar hun kwartieren te worden gebracht. Wij hingen daar met een stel Vlissingse gasjes de hele dag rond in de hoop een brood te kunnen pikken. Het is me ook een paar keer gelukt en dan kwam ik thuis met zo'n zuur bruin brood, een soort soldatenkuch. Er was ook witbrood voor de divisie maaglijders, die op Walcheren lagen, maar daar heb ik nooit iets van kunnen pikken. Sommige gauwdiefjes zagen soms kans een worst mee te graaien.
De volgende herinnering is van na de oorlog. De sombere ruimte die opslagplaats was geweest voor de raviltaillering was nu dicht getimmerd omdat de ruit was gebroken. In deze ruimte had de Vlissingse kunstschilder Frans Maas zijn atelier. Grote sombere schilderijen stonden in het donker langs de wand in bruin en in paars. Hij had het bombardement van Westkapelle meegemaakt en tevergeefs geholpen de slachtoffers in de ingestorte molen van Theune van de verdrinkingsdood te redden. En in deze ruimte werd je ook niet vrolijker.
Dan volgt de wedergeboorte van het Strandhotel. Er wordt een mijngang gegraven naar de Put, een garage aan de Badhuisstraat. En iedere Vlissinger hoorde daar bij festiviteiten te gaan eten. De asbakjes van aardewerk hadden de vorm van een proefnapje voor wijn want Theun Oosterhuis was een Chevalier de Tastevin. Het asbakje werd een geliefd verzamelobject, waarvan ik niet weet of het de bedoeling was dat iedereen zo'n asbakje meepikte. Ook in de verzameling van het Stedelijk Museum hoort zo'n asbakje thuis. De bruidssuite van het Strandhotel was beroemd en menig trouwdag kwam daar tot zijn bekroning.

Toen de hele Boulevard, als gevolg van de Deltawet, op de schop ging moest ook De Put worden gedempt en daarmee kwam een eind aan een knusse Vlissingse traditie. Een vriend had na een diner op een mooie meiavond zijn jas aan de kapstok laten hangen, gewoon vergeten. En toen het in oktober weer frisser werd pakte hij na het diner gewoon zijn jas weer van de kapstok. Zo eerlijk was men toen nog. Geen wonder dat zo'n hotel werd gedragen door alle stamgasten.
En zo ging met de brand ook een groot aantal persoonlijke herinneringen van heel veel Vlissingers in rook op."

Uit: Herinneringen aan het Strandhotel, opgetekend door A.H. van Dijk in tijdschrift 'Den Spiegel' 1 juli 1995

Bijzonderheden

N.V. Zeebad Vlissingen, opgericht in 1911 onder directie van J.G. Meijer (v/h Fa. Meijer Reuser & Co.). De N.V. heeft o.a. Noordzeeboulevard, Wilhelmina Badpaviljoen, Grand Hotel des Bains, Strandhotel en Hotel Zeeland onder zijn beheer.
Reinder Oosterhuis is in 1921 getrouwd met G. van den Brink. Op 31 juli 1922 wordt zoon Egge Teun geboren, de latere eigenaar van Het Strandhotel. Oosterhuis sr. overlijdt op 67-jarige leeftijd, op 21 mei 1950.
Egge Teun Oosterhuis is in 1947 getrouwd met A.J. de Jong. Hij is van 1958 tot 1969 raadslid voor de VVD. Teun Oosterhuis is op 12 februari 1987 overleden, 64 jaar oud.

Medewerkers
Adri de Koning, Eef Izeboud, M. de Nooijer-Dingemanse, Willem Vader (chefkok 1949-1967), A. van Olm, Ad van de Woestijne, Bert Maessen, Hans Huvers, Hans Kambier, Bram Butz, Nico Huiszoon, Maarten Rinkhout, Rob de Groot, Corinne, Ekkebus, Sjaak Jobse, Ruud Louwerse, Doede van Limbergen, Ruud van Oorschot, Eric Huiser, Robert Maessen, Jean-Paul Picard, Hans-Peter Mailen, Richard Goris, Pierre Schmetz, Jan la Grand, Wietse van Dam, Sonja Stompe, Flemming Bleijenberg.

Adri de Koning werkte ruim 40 jaar in het Strandhotel. Hij begon er in 1937 en vierde in april 1962 zijn 25-jarig jubileum. Volgens zijn dochter was het hotel zijn lust en zijn leven. Z'n werk was z'n hobby, er werd thuis dagelijks over het Strandhotel gesproken. Adri heeft in zijn carrière als ober kelner vele bekende mensen mogen bedienen waaronder de koninklijke familie. Tijdens een bezoek van Koningin Juliana is hij aan haar voorgesteld. Bernhard en de prinsessen heeft hij ontmoet tijdens een banket in de Abdij in Middelburg.
Ook gedurende de tweede wereldoorlog, toen de Duitsers het Strandhotel in gebruik hadden als Wehrmachtsheim was Adri er werkzaam. Tijdens de beschietingen op Breskens stond hij boven op het dak van het hotel. Door de hevige luchtdruk was het haast onmogelijk om zich staande te houden. Vanuit het hotel heeft Adri menig vliegtuig in de Westerschelde neer zien storten. Ook was hij er getuige van dat er bloed van gewonde soldaten stroomde in de bunkers onderaan de Leeuwentrap.
Adri de Koning kon ook na zijn pensionering geen afscheid nemen van zijn Strandhotel. De familie Oosterhuis heeft nog geregeld gebruik kunnen maken van zijn diensten.

Michelinster

Willem Vader, van 1949 tot 1967 chefkok in Strandhotel en De Put. Vader verwierf in 1964 en 1965 als eerste Zeeuw een Michelinster. De reden waarom Rotisserie de Put zijn Michelinster niet kon behouden was overbelasting van personeel en dat werd grotendeels weer veroorzaakt doordat het bedrijf geen keuzes maakte. Men wilde in het Strandhotel een sterrenrestaurant, een algemeen café en restaurant, een hotel en een cateringbedrijf met dezelfde crew exploiteren. Er werd nauwelijks geïnvesteerd in materialen en het gebouw. Dat bleef uiteraard niet zonder gevolgen.
Willems zoon Pieter herinnert zich de vele grote partijen die werden georganiseerd op tal van plaatsen in Zeeland ter gelegenheid van bezoeken van het koninklijk huis, tewaterlatingen bij de Schelde, ingebruikname industrie Sloegebied, ontvangsten provinciebestuur en catering aan boord van nieuwe veerboten. Pieter verdiende soms een stuiver (van Oosterhuis was bekend dat hij zijn personeel karig betaalde) in de bediening of als bordenwasser. Vader sr. maakte lange dagen, 6 in de week, van minimaal 12 uur. Voor grote partijen en voor en tijdens de feestdagen was hij vaak 20 uur per dag in touw.

La Mer

In een advertentie van het Strandhotel in de VVV-accommodatie- en recreatiegids van 1979 wordt het restaurant 'La Mer' genoemd.

Reünie: Op 27 februari 2015 vindt in Restaurant Solskin (2) een reünie plaats van oud-personeel van Strandhotel en De Put. Kijk voor de foto's op Strandhotel/foto's.

Zie ook

Externe links

Bronnen