Vlissingen Dronk

Intime


Geschiedenis

1934
A. Botting en C.N. Botting

Intime begint in 1934 als Café-Restaurant op Boulevard Bankert 106 en is daarmee de opvolger van Strandzicht. In augustus 1934 vraagt Adriaan Botting een horecavergunning aan. Op 1 mei 1937 wordt het bedrijf uitgebreid met Paviljoen Intime op nr. 110, als opvolger van het Wilhelmina Badpaviljoen. Dan verschijnt ook de Cornelis Nicolaas Botting, de zoon van Adriaan. In het pand wordt in 1950 Cosy Corner gevestigd.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Intime/foto's

Verhalen

Baldadigheid

Bericht van 'Een Boulevardbewoner' in de Vlissingse Courant d.d. 25-5-1937:
"In aansluiting op uw bericht Ergerlijke baldadigheid in uw nummer van gisteren, mag ik misschien ook even wijzen op een ander, ook minder gewenst iets, dat hier velen, en helaas niet alleen de prille jeugd eigen is, nl. het blijven staan tijdens de dansuren voor het paviljoen Intime en Hotel Oosterhuis.
Gelijk een kudde onnozelen staat daar dan, de gehele rijweg in beslag nemend, een zekere categorie publiek op de meest hinderlijke wijze de danslustigen aan te gapen, vergeet blijkbaar alles om zich heen en veroorzaakt telkens weer een opstopping van het verkeer.
Zondagmiddag probeerde een auto er door te komen en na veel laveren gelukte dit ook, reed op een haar na een jongen aan en kwam zo weer in de ruimte. Vandaag of morgen gebeuren er ongelukken en is de autobestuurder weer de schuldige.
Ik twijfel niet of onze actieve politieautoriteiten zullen nu het seizoen begint en voor dat er ongelukken gebeuren, dit euvel eens onder het oog zien en zorgen dat althans de rijweg vrij blijft.
Met dank voor de plaatsing.

Tapverbod

Ingezonden artikel door Botting in de Vlissingse Courant d.d. 27-10-1938:
Naar aanleiding van het door B & W bij het gemeentebestuur ingediende voorstel tot opheffing van het tapverbod gedurende de kermis mag ik misschien het volgende opmerken:
In de eerste plaats wil ik mijn blijdschap uitspreken over het feit dat B & W thans in zo korte tijd onze zienswijze dat het tapverbod volkomen doelloos is, heeft overgenomen. Dat stemt tot tevredenheid, immers toen de Boulevard-bedrijven dit voorjaar B & W uitvoerig hebben medegedeeld dat in deze bedrijven een noodtoestand heerste, toen hebben wij óók op opheffing van dit verbod aangedrongen. D.d. 8 juli 1938 kregen wij van B & W over dat punt ten antwoord: 'waar de raad zich 4 jaar geleden voor tapverbod heeft uitgesproken, achten wij thans geen enkel motief aanwezig om aan dit college voor te stellen tot opheffing van dit verbod in de door u aangegeven zin te besluiten'. Het stemt tot voldoening dat er na die tijd blijkbaar door B & W wel ernstige motieven zijn gevonden die thans aanleiding hebben gegeven tot deze wel geheel veranderde zienswijze en het is te hopen dat thans dit verbod van de baan gaat. Immers, m.i. moet niet een verbod, maar en opvoeding naar het werkelijke 'mens' zijn het misbruik van sterke drank tegengaan. Daarbij komt nog dat in de behoorlijke zaken ook geen prijs meer gesteld wordt op drankmisbruikers en dat gelukkig in de laatste jaren de bonafide caféhouders hun zaken beschouwen als een gelegenheid waar men eens uit zijn gewone doen kan zijn, waar men ontspanning kan vinden, waar men plezier kan maken zonder dat dat tot bachanaliën behoeft te leiden. Gelukkig wint in onze bedrijven deze richting meer en meer veld en op misschien enkele uitzonderingen na -wat op andere wijze wel kan worden tegengegaan- is een tapverbod daardoor vrijwel doelloos geworden.
Doch, geachte redactie, de Boulevard-bedrijven hebben toen veel meer gevraagd, want opheffing ban het tapverbod komt slechts een zeer klein deel van de cafébedrijven enigszins ten goede, terwijl het seizoen zodanig is geweest dat de dit voorjaar aan B & W geschetste noodtoestand lang niet somber genoeg is beschreven en heel andere voorzieningen getroffen zullen moeten worden om daarin enigermate tegemoet te komen. Wij hadden gevraagd:
1. Vrijstelling of minstens halvering van terrashuren en muziekbelasting voor mechanische muziek
2. Vrijstelling of zeer belangrijke vermindering der belasting op levende concert- en dansmuziek
3. Belangrijke vermindering der billardbelasting.
B & W hebben ons geantwoord dat bij besluit van 7 mei 1937 het tarief der muziekbelastingen is verlaagd. Dat is slechts te dele juist en betrof alleen de kleinere zaken en mechanische muziek. De grotere zaken die voor mechanische muziek fl 7,50 per maand moeten betalen, betalen nu...fl. 7,00, een verlaging dus van geen betekenis. Voor het geven van dansmuziek betaalt bijv. Paviljoen Wandelpier en Paviljoen Intime elk een stedelijke belasting fl. 16,00 per week, bij volledige exploitatie. Deze is niet verlaagd en voor die bedrijven veel te hoog. Billardbelasting komt op fl. 68,00 per jaar. Voor het gebruik van de stukjes trottoir voor de Intime-terrassen betaal ik bijv. tegen 4% berekend een rente van fl. 1500,00. Schatrijk werd iedere particulier die op die wijze zijn grond productief kon maken.
Nu zeggen B & W wel in hun antwoord: 'de financiële toestand der gemeente laat thans niet toe tot verdere verlaging over te gaan', doch geachte redactie, dat is een motief dat niet opgaat. De financiële uitkomsten der bedrijven laten al lang niet meer toe deze hoge belastingen te betalen en worden deze daarom dubbel onrechtvaardig.
En dan gaat het niet op om te zeggen we kunnen het niet missen; neen, dan is het de taak van de Overheid om daarin op andere wijze te voorzien en is het de plicht der Overheid de helpende hand uit te steken, want nimmer toch mag een deel der inwoners de dupe worden en aan extra hoge belastingen ten ondergaan, omdat....de gemeente het niet kan missen.
Wij hebben gevraagd medewerking van B & W om te komen tot een behoorlijk vastrechttarief voor electriciteit voor de seizoenzaken. Nu betalen wij tegenover de stadszaken zeker 50% teveel. De PZEM werkt daarin absoluut niet mee en zeer zeker konden B & W daarin medewerken. Maar neen, zegt het antwoord, doppen jullie in dat opzicht je boontjes zelf maar.
Wij hebben, omdat wij in korte tijd moeten verdienen datgene waar de stadszaken een heel jaar over kunnen doen, voor de seizoenszaken latere sluitingsuren, zoals bijv. in Domburg. B & W antwoorden: 'Cabaretsinrichtingen als Paviljoen Wandelpier en Intime, zo ook Britannia, hebben immers dit voorrecht. Een langer openblijven heeft geen enkele zin, althans niet voor beide eerstgenoemde inrichtingen'. Zonder meer wordt het voor ons als doelloos verklaard, alleen Britannia wordt weer eens uitgezonderd. Wij gunnen deze inrichting alle goeds, maar voor ons die eveneens op hoge kosten zitten is het grievend zoiets als antwoord te krijgen. Wij vroegen betere verlichting van de Boulevard. Antwoord: 'een goed verlichte Boulevard is voor Vlissingen ontegenzeggelijk van groot belang. Het komt ons echter voor dat een verlichting met de zomerlampen niet onvoldoende moet worden geacht'.
Geachte redactie, het komt ons echter voor dat deze verlichting voor een badplaats als Vlissingen wil zijn, bedroevend is. Een Engelsman zei deze zomer kernachtig: 'Vlissingen is geen badplaats, maar een bedplaats'.
Zo zou ik nog een hele tijd door kunnen gaan, maar zou dan teveel van uw plaatsruimte moeten vergen. Nu er tegen de begroting nog heel wat veranderd kan worden en gezien het verheugende feit dat B & W althans op één punt al van een veranderde houding hebben blijk gegeven, nu is misschien de zienswijze van B & W over de andere punten óók voor verandering rijp. Het is dan ook daarom dat ik al deze punten memoreer, in de hoop dat inderdaad een rechtvaardige herziening der zware lasten zal plaats hebben, zodat alle bedrijven daarvan kunnen profiteren.
Het is tijd, werkelijk méér dan tijd, dat dit door ons stadsbestuur wordt begrepen.
Met beleefde dank voor de plaatsing,
A. Botting, exploitant Hotel-Café-Restaurant en Paviljoen Intime.

Bijzonderheden

  • Adriaan Botting, geboren in Biggekerke. Trouwt in Vlissingen op 17-1-1913 met Maatje Bosschaart. Hij is dan rijwielhandelaar van beroep. Met zijn zwager C.J. Mommaas wordt hij in november 1922 eigenaar van Beursgebouw/De Beurs. Botting is op 13-11-1950 (63 jaar, caféhouder) in Bergen op Zoom overleden. Weduwe Maatje overleed op 25-9-1978, zij werd 86 jaar.
  • Cornelis Nicolaas Botting, geboren op 15-7-1913 in Vlissingen als zoon van Adriaan Botting en Maatje Bosschaart. Hij trouwt op 12-5-1937 in Middelburg met Anna Catharina Wondergem. Zijn beroep is dan restaurateur. Eind jaren '70 woont hij in Australië.

Zie ook

Externe links

Bronnen