Vlissingen Dronk

New China Garden

 

New China Garden

Badhuisstraat 6-8
4381 LS Vlissingen

0118-414778

 

Geschiedenis

1977
Sau Ming Yip en K.L. Chow

Sau Ming Yip en K.L. Chow, beiden eigenaar van het Chinees-Indisch restaurant China Garden op de Kleine Markt, openen op 30 april 1977 een tweede "Chinees". Het restaurant krijgt de toepasselijke naam "New China Garden".

1985
Hsin-Wei Yeh-Kuo

In 1985 komt er een nieuwe eigenaar in de New China Garden, het echtpaar Yeh-Kuo.

Foto's

Verhalen

Een portie Chinees

Uit de PZC d.d. 21 juli 1988:
In de 'oertijd van het Chinese eetwezen', zo heeft het literaire orakel Johnny van Doorn ooit eens treffend beschreven, kon het nog wel eens gebeuren dat een deftig uitziend heer voor het eerst zo'n oosters gedecoreerd etablissement betrad. men zag dan hoe de man zich bij het raadplegen van de menukaart de hersens pijnigde in een veelal vergeefse poging te ontraadselen welke geheimen schuil konden gaan achter onbegrijpelijke begrippen als Foe Yong Hai of Tjap Tjoy. EN het kon heel goed gebeuren dat hij vervolgens met enige vertwijfeling in zijn stem liet horen: "Doet u mij dan maar een portie Chinees".
Dergelijke vormen van kannibalisme behoren reeds geruime tijd tot het verleden. Toen de Chinese restaurants in de jaren vijftig opgang begonnen te maken, beschouwde menigeen het nuttigen van nasi goreng of bami, gecompleteerd met haaievinnensoep of een loempia, als een 'ongehoord evenement' dat een exotische wereld bereikbaar maakte voor de familie met de wat smallere beurs. Tegenwoordig, nu 'De Chinees' is doorgedrongen tot in de kleinste dorpen en de verste buitenwijken, moet de Oost-Aziatische keuken wedijveren met het lamsvlees van de Griek, de pizza van de Italiaan, de hamburger van de Amerikaanse multinational of zelfs met de hutspot van het Hollandse afhaalrestaurant.
De populariteit van Chinees-Indische restaurants, zo beweert het ministerie van Economische Zaken, is de laatste jaren zienderogen gedaald. Reden waarom staatssecretaris Evenhuis in de Staatscourant heeft laten zetten dat Chinese horecaondernemers in het vervolg wel van erg goede huize moeten komen, willen ze vergunning krijgen om een nieuwe zaak te beginnen.

Hsin-Wei Yeh-Kuo

Mevrouw Hsin-Wei Yeh-Kuo (29 jaar), is afkomstig uit de Zuid-Chinese streek Chekiang. Haar grootvader vestigde zich in de jaren dertig als één van de eerste exploitanten van een Chinees restaurant in Groningen. Haar grootmoeder mocht pas later volgen. In de jaren zestig trokken haar ouders naar Nederland om mee te helpen in de zaak van grootvader, die later naar Venlo zou verkassen. Zelf arriveerde ze in 1973, op twaalfjarige leeftijd in Nederland. Sinds drie jaar drijft zij samen met haar man het Vlissingse etablissement Nieuw China Garden.

Hoe reageren de Chinese horecaondernemers in Nederland, wier nakomelingen voor een belangrijk del afhankelijk zijn van de werkgelegenheid in deze branche, op de rem die van overheidswege op deze broodwinning wordt gezet?
"Nou, ik kan natuurlijk niet voor alle Chinezen praten, maar ik ben heel blij met die maatregel. Er zijn al meer dan genoeg Chinese restaurants. Vooral in de periode '79-'81 zijn er heel veel bijgekomen, ook hele grote. Er werd toen heel soepel met verblijfsvergunningen omgesprongen. In die tijd zijn ook veel mensen uit Maleisië met een Chinees-Indisch restaurant begonnen".

Dus het kan geen kwaad dat de concurrentie wat wordt teruggedrongen?
"De concurrentie is groot. Het publiek heeft altijd de neiging om naar een nieuwe zaak toe te gaan. Maar niet elke nieuwe zaak beschikt over voldoende kwaliteit. Dat komt de populariteit niet ten goede. Vooral wanneer er een grote zaak bijkomt, gaat dat ten koste van de anderen. Ook al zien die anderen hun klanten na verloop van tijd weer terugkomen, dan kan het goed zijn dat ze inmiddels een behoorlijk verlies hebben geleden".

Het was natuurlijk wel even wennen toen u in Nederland kwam wonen?
"Ik mocht hier gelukkig meteen naar school. In die tijd werd dat voor de meeste andere meisjes uit China nog niet zo nodig gevonden. Gelukkig heb ik toen Nederlands geleerd. Later is mijn vader naar Portugal getrokken. Ik heb daar toen nog een jaartje bij hem gewoond. Daarna ben ik getrouwd. Mijn man komt uit dezelfde Chinese streek waar ook ik ben geboren. Hij werkte toen in het restaurant van zijn broer in Nijmegen. Daar heeft hij het vak geleerd. Hij kan goed koken. En omdat ik mijn Nederlands redelijk beheers durfden we het bijna drie jaar geleden aan om samen dit restaurant in Vlissingen over te nemen".

Was dat niet een groot risico, juist op een moment dat de concurrenten elkaar verdringen en het imago van het Chinees restaurant tanende is?
"Of de populariteit gedaald is weet ik zo zeker nog niet. Ik ben ervan overtuigd dat de populariteit van het goede Chinees restaurant nog steeds aan het stijgen is. Kijk, als je alleen nasi goreng, tjap tjoy of foe yong hai op het menu hebt staan...Er is steeds meer vraag naar specialiteiten. De mensen weten zo langzamerhand wat lekker is en daar willen ze ook best wat meer voor betalen. Nee, voor concurrentie zijn we niet bang geweest. Niet alle restaurants besteden even veel aandacht aan kwaliteit. De Chinese keuken let zeer nauw. Er komen vier woordjes bij kijken: kleur, geur, smaak en temperatuur. Die vier aspecten moeten elk honderd procent in orde zijn. Het duurt heel lang voordat je het onder de knie hebt. Dat is één van de redenen waarom je in Chinese restaurants vrijwel nooit een Hollandse kok ziet".

Jammer?
In sommige gevallen wel. Hier en daar zouden Chinese restaurants heel blij zijn wanneer ze een Hollandse kok in dienst zouden kunnen nemen. Want je kunt zomaar niet meer een ervaren kok uit China laten overkomen. het is vrijwel onmogelijk geworden om nog een verblijfsvergunning voor zo iemand te verkrijgen. Nederland is op dat vlak al heel streng geworden".

Bijzonderheden

Zie ook

Externe links

Bronnen