Vlissingen Dronk

De eerste herbergier van De Zevenster is Joseph Menu. Hij runt de herberg van 1800 tot 1836 en verkoopt de zaak dan aan Pieter van Puffelen. In een advertentie dankt hij zijn geëerde begunstigers voor betoonde blijken van toegenegenheid die hij de afgelopen 36 jaar heeft ontvangen.

Pieter van Puffelen is tot 1836 huurkoetsier en stalhouder. Op 1 mei dat jaar wordt hij uitbater van herberg De Zevenster. Als hij op 22 maart 1840 overlijdt zet zijn weduwe Hendrica van Gilst de zaak voort. Pieter van Puffelen is 46 jaar geworden.

Na het overlijden van echtgenoot Pieter wordt de Zevenster nog enkele jaren gerund door Hendrica van Puffelen-van Gilst. In november 1842 vindt bij haar een openbare verkoping van een hofstede plaats. In de aankondiging van de verkoop noemt ze de uitspanning 'De Nieuwe Zevensteren'. Vier jaar later, november 1846, maakt ze bekend dat ze 'de uitspanning op Groote Abeele tot burger woningen heeft gesteld' en zich vestigt aan de overzijde, in de door haar vroeger bewoonde uitspanning 'De Zeven Sterren'. In mei 1852 zet Hendrica de herberg te koop en een maand later wordt J.A. Kreupeling de nieuwe eigenaar.

J.A. Kreupeling biedt de herberg in februari 1855 opnieuw te koop aan. Vermoedelijk is er geen geschikte koper gevonden want tot 1861 is Kreupeling de uitbater gebleven. In augustus dat jaar plaatst hij een advertentie waarin hij zijn vertrek aankondigt naar Koffiehuis De Eendragt op de Groote Markt in Vlissingen. Dit café wordt op 30 maart 1861 door hem geopend. Wie de nieuwe eigenaar wordt van De Zevenster is niet bekend, maar hij of zij heeft na de overname de naam van de herberg vermoedelijk veranderd in De Unie.
Begin 1865 staat De Unie te huur of te koop. Opmerkelijk is dat inlichtingen verkregen kunnen worden bij Kreupeling op de Groote Markt in Vlissingen. Nog vreemder wordt het als Kreupeling in mei 1865 aankondigt dat hij op 19 mei terug zal keren in zijn vroegere uitspanning.