Vlissingen Dronk

Thor

 

Thor

Groenewoud 74
4381 HG Vlissingen

0118-413603

 

Een café in een heel oud pandje, 'donkerbruin met een maritiem tintje'. Dit karakteristieke pandje in het Groenewoud dateert uit 1625 en was ooit een klompenwinkeltje. P. Biemans heeft het pand in 1952 gerestaureerd en er korte tijd een broodjeszaak gevestigd. Jan Kusse, Piet Fliers en Frans Bukkens hebben er Café 't Klompje gehad, opgevolgd door The Wooden Shoe en Ergens Anders. Vanaf 1988 heet het Café Thor.

Geschiedenis

1988
Hector de Zeeuw en Daan de Rijke

Hector de Zeeuw opent 15 april 1988 het Café Thor. Samen met Daan de Rijke viert hij op 15 april 2013 het 25-jarig bestaan. In 2020 wordt het café gesloten.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Thor/foto's

Verhalen

Windsor R. Griffiths, de bloemenman

Dwaes Windsor Griffiths 29-6-1999.jpg

Er zullen weinig Vlissingers zijn die Windsor R. Griffiths niet van gezicht kennen, de Engelsman is op z'n minst een kleurrijk figuur vol haast rebelse streken. Maar wie met hem praat merkt snel dat deze immer vrolijke man een boeiend verhaal te vertellen heeft. Al was het maar over zijn opvallende hobby: het wekelijks uitdelen van rozen aan met name mooie bardames....

In zijn woning vertelt de 66-jarige Windsor, vader van drie dochters en twee zoons, over zijn leven. Foto's van zijn overleden ouders en zus zorgen ervoor dat zij altijd in zijn hetrinnering zullen blijven voortleven, aan het plafond hangen koperen potten en pannen. Een deel van de meubels werd door hem zelf gemaakt en het huis straalt een sfeer uit dat er op wijst dat hij het er prima naar zijn zin heeft.
"In eerste instantie kwam ik in 1977 voor werk van mijn woonplaats Steveage, even buiten Londen, naar Nieuw-Vennep. Daar werkte ik een half jaar als allround timmerman in de bouw. Daarna vertrok ik naar Lagos in Nigeria. Ik bouwde daar flats voor Bredero uit Utrecht. Toen dat werk klaar was heb ik nog korte tijd in Nieuw-Vennep gewerkt en keerde vervolgens naar Engeland terug. In 1980 kwam ik naar Vlissingen, hier kon ik renovatiewerk gaan doen. In die periode kreeg ik kennis aan en leuke dame. We pasten bij elkaar en de relatie duurde vier jaar. Tijdens die relatie kwam ik echter zonder werk en daarom nam ik deel aan een omscholingsproject voor buitenlanders. Ik volgde Nederlandse les en werd opgeleid tot machinebankwerker. Helaas was er weinig werk op dat moment". Om toch in zijn bestaan te kunnen voorzien zocht Windsor ander werk. Dat vond hij in Yerseke bij een oesterbedrijf. Het duurde slechts drieënhalf jaar en hij werd wederom in de gelegenheid gesteld zich om te scholen. Deze keer leerde hij het vak van meubelmaker en ging aan het werk bij de Sociale Werkplaats Walcheren waar hij werd geplaatst op de timmerafdeling. Later kon hij daar zijn beroep als metaalbewerker uitoefenen. “Twaalf jaar werkte ik daar met veel plezier. Maar toen ik zestig jaar oud was, kwam mijn zus plotseling te overlijden. In eerste instantie merkte ik niet wat voor invloed dat had op mij. Na negen maanden kreeg ik opeens een enorme terugslag die een grote impact op mij heeft gehad. Voor ik het goed in de gaten had was ik helemaal kaal, had zelfs geen wenkbrauwen meer. Ik ging naar een specialist voor onderzoek en al met al heeft het drie jaar geduurd voor ik weer haar op mijn hoofd had. Dit heeft een oude man van mij gemaakt. Voor mijn gevoel zie ik er twintig jaar ouder uit. Het bleek dat het wegvallen van die ijzersterke band met mijn zuster diepe sporen op mij had achtergelaten”.

De Nolle

Tijdens zijn ziekteperiode werkte Windsor nog op de werkplaats in Middelburg, toch ging hij langzaam maar zeker ook aan zijn pensioen denken. “Ik zag daar een man van tachtig nog werken en toen dacht ik ‘zo ga ik het niet doen’. Inmiddels had ik kennis gemaakt met ‘de oude’ Willem Buijs die toendertijd strandpaviljoen De Nolle exploiteerde. Die man had het druk en kon onmogelijk dag en nacht op het strand blijven om zijn bedrijf in de gaten te houden. Vandaar dat ik in 1989 voor hem ging werken als een soort bewaker. Dat werd de tijd van mijn leven. Ik kreeg gezelschap van een Doberman en zomer en winter sliep ik op een vouwbed in de zaak. De hond lag braaf in een mandje naast mij. Ik had ook achter kunnen gaan slapen, maar dan ziet geen mens je en ik kan de boel dan ook minder goed in de gaten houden. Toch zie ik het nog steeds niet als werk. Ik ben nu eenmaal geen mens om de hele dag alleen thuis te gaan zitten. Als ik in een stoel blijf zitten voel ik me juist een oude man en dat is niet de bedoeling. Nee, ik ga liever met de jongens op stap, ben nu eenmaal graag onder de mensen”.

Ook toen De Nolle veranderde in de Panta Rhei en vader Willem het roer overgaf aan Willem-Jan, bleef Windsor actief op het Vlissingse strand. “Dat leven zou ik niet willen missen. Ik geef de kinderen van het strand koekjes en die noemen mij nu ‘opa Windsor’ en voor de honden haal ik bakken water. Er zijn nooit echte problemen geweest en in de loop van de jaren heb ik door mijn aanwezigheid daar veel kennissen gemaakt”.

Bloemenman

Indruk maakt Windsor ook met zijn unieke geste op vrijdagmiddag. “Ik ging een keer op stap en zag bij de bloemist een prachtig boeket rozen staan. Die heb ik gekocht en ging ze uitdelen in de cafés aan de mooie dames achter de bar. Dat vonden ze heel leuk en vandaar dat ik het nu bijna wekelijks doe. Niet om te slijmen, maar recht uit mijn hart. Natuurlijk hou ik van mooie vrouwen, dat zal ik niet ontkennen. Maar zie het als een gebaar van vriendelijkheid en gezelligheid. Mannen sla ik over, maar ze zijn nooit jaloers. Ik moet wel bekennen dat ik één keer van mijn principe ben afgeweken. Dat was bij de Thor-eigenaars Hector de Zeeuw en Daan de Rijke. Ik had nog wat rozen over en die gaf ik aan hen. Toen ik het twee uur later door de hele stad hoorde, heb ik dat maar niet meer gedaan. Ik heb ook weleens een kwajongensstreek uitgehaald. Toen was ik op weg naar Hotel Elisabeth waar ik een biertje aan de bar wilde drinken. Ik had op dat moment geen rozen bij me, maar wandelde wel langs de tuin van de eigenaresse. Zag me daar toch een mooie rozenstruik staan! Dus ik plukte er een paar en gaf die aan Elisabeth. Die was helemaal vertederd…totdat ze hoorde waar die rozen vandaan kwamen”.
Want ook al komt Windsor over als een lieve man op leeftijd, streken heeft hij altijd gehad. “Vroeger was het erger. Dan waren er momenten dat de mensen mij beter even met rust konden laten. Anders liep het finaal uit de hand. Eens had ik een totaal ander leven. Diende jaren voor een speciale eenheid van het Britse leger en zag veel van de wereld. Maar er gebeurden ook nare dingen waar ik liever niet meer over praat. Maar mijn humor is altijd gebleven”.
Meestal waren zijn streken grappig. “Op een dag ging ik weer naar Café Thor, maar deze keer had ik een zak met levende kreeften bij me. Ik had een slokje op en keerde opeens die zak om op de bar en die kreeften wilden gaan wandelen. Ik zag de barmannen naar de keuken rennen en kreeg te horen dat ik welkom was, maar in het vervolg zonder kreeft. Soms hebben we het er nog over en dan lachen we erom”.

Toen Windsor op een dag op vrijersvoeten ging maakte hij ook iets bijzonders mee. “Ik ging altijd op zaterdag per fiets met een aanhanger naar Breskens. Dan kocht ik een heleboel vis en verhandelde dat tegen kostprijs in Vlissingen. Na afloop had ik mezelf heel goed gewassen en ging op m’n best dansen op een vrijgezellenfeest. Ik zag een hele leuke vrouw en vroeg haar ten dans. Opeens riep ze: bha Windsor, je stinkt naar vis! Toen stond ik toch wel even met een mond vol tanden”.

Uit: Scheldebode 29-6-1999.

Windsor Rees Griffiths overleed op 9 november 2005, hij is 71 jaar geworden.

Bijzonderheden

  • Vrij naar 'HecThor'
  • Medewerkers: Peter Wanst

Zie ook

Externe links

Bronnen