Het Spinnewiel
Badhuisstraat 10
4381 LS Vlissingen
Het Spinnewiel, opvolger van The Blue Note, Badhuisstraat 8-10. Eerder zaten hier De Sloep (2) en Kiviet. Het Spinnewiel kreeg diverse opvolgers: The Fun Pub, Swing Back, Caprice en Unique
Inhoud
Geschiedenis
1984
|
Harry Lammers Als The Blue Note sluit, wordt de plek ingenomen door Het Spinnewiel. Als eerste naam komen we Harry Lammers tegen, samen met Lucy. Tot februari 1984, dan verlaten Frans en Bloeme van Dijk Limburgia op de Nieuwendijk en nemen Het Spinnewiel over. |
1984
|
Frans van Dijk en Bloeme van Dijk Een jaar na de overname maakt Frans van Dijk een casino van Het Spinnewiel. Als ook Van Dijk het voor gezien houdt, volgt Rob Dekker. |
1992
|
Rob Dekker Rob Dekker beheert Het Spinnewiel in 1992. Verder is er niets bekend over deze Dekker. |
1993
|
E. Boone E. Boone doet kort daarna Het Spinnewiel weer van de hand. In april 1993 vraagt hij samen met A. Timmerman horecavergunning aan voor Badhuisstraat 72, Café Centraal |
1993
|
Ed van Dommelen Een kort berichtje in de PZC van 9 juni 1993 meldt dat Ed van Dommelen Het Spinnewiel heeft overgenomen van E. Boone. Van Dommelen, een middenstander uit Oost-Souburg, wilde altijd al 'iets in de horeca'. Hij breidt de openingstijden fors uit, vanaf nu is het café dagelijks geopend vanaf 12.00 uur. |
1996
|
Eric Lokker en Corine Lokker Eric Lokker is vanaf 1996 eigenaar van Het Spinnewiel. Begin 2001 vinden Eric en echtgenote Corine het 'tijd voor wat anders'. Ze veranderen naam en imago van het café en open op 1 juni 2001 The Fun Pub. |
Foto's
Meer afbeeldingen zijn te vinden op Het Spinnewiel/foto's
Frans van Dijk tussen zijn gasten Faam 25-3-1987
Artikel en foto n.a.v. de opening: Eric en Corine Lokker en Peter Huybregts PZC 29-5-2001
Verhalen
Frans van Dijk - Onbekende beroemdheid
"Zomaar een zaterdagavond, nog vroeg. Het personeel van cafés bereidt zich voor op de drukte die komt. De deur van café het Spinnewiel is op slot, hoewel de neonreclame volop lonkt. Maar er is een bel. "We willen geen dronken Engelsen van de Olau Line", legt caféhoudster Bloeme van Dijk uit met een onvervalst Amsterdams accent. Het is er goed gevuld in het Spinnewiel. Fanatiek wordt gespeeld op het Amerikaans biljart, wie wil deelnemen zet gewoon zijn naam met een krijtje op het bord. Na een urtje of wat -de voordeur is inmiddels open, de Olau Line aan de overtocht begonnen- stopt Bloeme de muziek van de cassetterecorder. Achter het keyboard is een keurige heer gaan zitten en café-eigenaar Frans van Dijk blijkt plotseling behalve biertapper ook violist te zijn. Frans van Dijk verandert dan in Francis van Dyke, een naam waarmee hij in een groot deel van de wereld min of meer beroemd werd, behalve in Nederland. Een man dus die de moeite waard is om meer van te weten.
Een paar dagen later praten we in de flat van het echtpaar Van Dijk aan de Van Hogendorpweg over het verleden en heden van de 55-jarige vioolvirtuoos. Echtgenote Bloeme fungeert als vraagbaak als Frans het niet meer precies weet. Zij beleefde een groot deel van zijn carrière mee.
Vioolvirtuoos. Het is een gepast woord voor Frans van Dijk. Knipsels krantenberichten haalt hij uit een vergeelde envelop, Duits- en Engelstalig. Ook een Japans bericht met er naast een Engelse vertaling. Francis van Dyke wordt alom geprezen. De Duitsers noemen hem een tovenaar op de viool en een kop suggereert dat vrouwen voor Frans wel een nacht willen opblijven. Het woord super wordt verder vele keren herhaald in de recensies. En dan pronkt daar ineens die foto, waar Frans in gesprek is met Engelse koningin na een benefietconcert, begin jaren zeventig. Aan gezamenlijke optredens met mensen van wereldfaam ontbreekt nauwelijks een naam die niet tot de verbeelding spreekt. Gilbert O'Sullivan, Charles Aznavour, Tom Jones, Dean Martin, Jerry Lee Lewis, Frank Sinatra en Nat King Cole zijn namen die onder andere tijdens het gesprek worden genoemd.
Praten met Frans van Dijk is -vooral- terugkijken. Sinds hij drie jaar geleden het café aan de Badhuisstraat overnam, koos hij voor thuisblijven. Een duidelijke keuze. Hij kan nog weleens wegdromen en zo stil in een hoekje thuis met de viool zijn eigen geschiedenis doorpluizen, maar op toernee, zoals hij jaren deed, dat hoeft van hem niet meer. Niettemin, als hij er over praat raakt hij in de ban van z'n verleden en zijn gezicht verraadt soms emotie. Maar het was ook niet niks allemaal.
Al op zeer jeugdige leeftijd speelde Frans van Dijk viool. Hij begeleidde de acrobatenact van zijn ouders in Circus Boltini. Jarenlang trad de van huis uit Rotterdammer op in het circus, totdat de assistent van de legendarische clown Croc hem ontdekte. Deze adviseerde de ouders om zoon Frans naar een professionele opleiding te sturen. Frans ging naar het Utrechts conservatorium en studeerde er af als leraar. "Ik volgde dezelfde opleiding als Herman van Veen, hij maakte zijn opleiding echter niet af" zegt Frans met een speels lachje dat aan de mimiek van Toon Hermans doet denken.
Na zijn diensttijd in het begin van de jaren vijftig stelde hij vast dat Nederland hem niet had te bieden. Hij vond -en vindt- dat de verzorgingsstaat geen rasechte artiesten kan leveren. "Ik kwam daartegen in opstand. De verzorging van de wieg tot het graf, dat is niks. Je wordt in een hoekje gezet en je blijft daar. Ik was bovendien op een groot en vrij land gesteld. Ik koos daarom Australië". Frans van Dijk ging er als monteur naar toe, maar na vijf dagen had hij een baan als violist in een chique nachtclub. "Zo kon ik overdag uitzien naar een baan". Verder werkte hij er nog een tijdje als etaleur. "En dat terwijl ik kleurenblind ben".
Toen hij geen ideeën meer had om etalages aanlokkelijk te maken, richtte hij een muziekcopieerfirma op. "Ik had daar schrijfmachines die muziek typten". De grote aanbiedingen om zijn talenten op de viool voor een groot publiek te tonen bleven nog even uit.
En toen kwam ineens toch die goede aanbieding. "Ik kon met een show op toernee door Australië en Nieuw-Zeeland. Die muziekcopieerfirma heb ik toen onmiddellijk verkocht. In 1965 stierf de eigenaar van de show. Ik ben toen naar Amerika gegaan". In dat grote land merkte Frans van Dijk dat het enorm moeilijk is voor een buitenlandse artiest om er aan de bak te komen. "In Australië was ik tamelijk verwend. Ik verdiende er pakweg 1500 gulden per week. Uiteindelijk kreeg ik een aanbieding om in een soort artiestenorkest op te treden. Dat was wel leuk".
In 1967 kwam de Nederlander terug in zijn vaderland. Hij ging onder meer op toernee door de Scandinavische landen. Het avontuur in Europa duurde ongeveer twee jaar en in 1969 maakte hij een toernee door zuidelijk Afrika waar hij onder meer shows met Tom Jones verzorgde. Hij herinnert zich nog als de dag van gisteren hoe anders het was om voor een publiek met kleurlingen op te treden (er zijn in Zuid Afrika shows voor blanken en kleurlingen). Die shows duurden veel langer. "het publiek leefde er helemaal mee".
Dan komt Engeland op de proppen, een land dat voor een artiest -zo blijkt uit de woorden van Van Dijk- een walhalla kan zijn. Onder de artiestennaam Francis van Dyke brak hij er echt door. De kroon op het werk was een optreden in de één keer per jaar gehouden show Royal Command Performance met koningin Elisabeth onder de toeschouwers. Na afloop werd hij ontvangen door de vorstin. Francis van Dyke was in Engeland bij velen een begrip. "Mensen van London BBC weten nog steeds wie ik ben en het hele apparaat in Engeland kent mij ook". Maar Engeland heeft qua variëté dan ook een rijke traditie. En als variëté-artiest wil Frans van Dijk zich het liefst beschreven zien. Wat en hoe?
"Ik heb een opleiding gehad als muzikant. Maar een artiest is veel meer. Die maakt weliswaar muziek, maar die doet wat met die muziek. In Engeland speelt het publiek ook mee. Je hebt er de zogenaamde 'jenners', mensen die reageren op wat je doet. iemand die alleen muzikant is reageert daar niet op. Een artiest doet er wat mee. Roept bijvoorbeeld iemand dat je vals speelt, overigens als lolletje, dan daag je zo iemand uit en zegt: kom het dan maar beter doen. Zo speel je niet alleen op de viool, maar je bespeelt ook het publiek. Trouwens ik geloof niet dat je het vak artiest kunt leren, dat zit in je. Toon Hermans is een rasartiest. Elk moment van de show kan hij improviseren en reageren op wat er zich in de zaal afspeelt. In Engeland had ik het dan ook enorm naar mijn zin. Ik kende het publiek. En dat is natuurlijk een belangrijke voorwaarde om goed te kunnen werken. Seth Gaaikema mislukte bijvoorbeeld helemaal in Wenen. En Toon Hermans z'n optreden in New York werd ook al geen succes. Zouden beiden een tijdje daar zijn gaan leven, dan hadden ze waarschijnlijk meer succes gehad. Je hebt die finesses nodig om te weten hoe de bevolking van een land of stad reageert".
In 1974 vestigden Frans en Bloeme van DIjk zich voor het eerst in Zeeland. Zij namen hotel-pension Limburgia over aan de Nieuwendijk in Vlissingen. Maar hij bleef optreden in het verre buitenland, dus het pension werd snel te veel. En zo volgde hij weer zijn vroegere sporen met Bloeme achter zich. Begin jaren tachtig zien we recensies over hem in Duitse kranten - vol lof overigens. In 1983 besluit hij weer om 'het rustig aan te gaan doen'. Op zoek naar een vaste stek vinden hij en zijn vrouw weer Vlissingen. Nu een café waar hij toch nog muziek kan maken. Want als het publiek er daar 'geschikt voor is' belt hij zijn begeleider, haalt de viool uit de kist en verwent de bezoekers aan zijn etablissement met zijn virtuoze spel. Blues, jazz, zigeunermuziek - het komt er allemaal uiterst geraffineerd uit. En voor een stuk klassiek draait Frans ook al zijn hand niet om.
Het laatste deel van het gesprek vindt plaats in het Spinnewiel, vlak voordat de fotograaf hem gaat observeren. We hebben het nog niet gehad over wat de viool voor Frans betekent. Emotioneel. Hij moet er even over denken als hij er aan wordt herinnerd hoe hij soms -zo lijkt het- het instrument knuffelt.
Bijzonderheden
Festiviteiten
In de periode Frans van Dijk is in Het Spinnewiel is een ruimte ingericht voor kaartclubs, koffietafels, vergaderingen en diverse andere festiviteiten. Het café start in april 1985 met een poolcompetitie.
Hint
Eigenaar Frans van Dijk heeft een tip om 'plakkers' de deur uit te krijgen, de zgn. 'B.B.K. techniek': 'van binnen naar buiten kijken, net zolang tot de klant het door heeft en opstapt. Doe je dat niet dan loop je de kans dat je tot diep in de nacht kunt doorwerken'.
Zie ook
Externe links
Bronnen
- Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek
- Artikel opening Fun Pub: PZC 29-5-2001