Vlissingen Dronk

De Stoof (2)

 

De Stoof (2)

Nieuwstraat 41-43
4381 CP Vlissingen

 

"Potterie-Taveerne" De Stoof op Nieuwstraat 41, gestart door John Glerum. Bij de laatste eigenaar in 1966 kreeg De Stoof de naam 't Stoofke.

Geschiedenis

1962
J. Glerum

Rotterdammer Johannes Glerum komt in 1957 naar Vlissingen. In februari 1962 wordt hem vergunning verleend voor Verlof A en op 16 maart 1962 opent hij Café De Stoof in de Nieuwstraat. Het is geen gewoon café, maar een "potterie-taveerne". Aan de wand hangen bierpullen die door Glerum zelf zijn gemaakt in de achter de taveerne gelegen werkplaats. Gasten kunnen een kijkje nemen bij het schilderen en bewerken van de pullen.

1963
A. van Sabben en A. van Sabben-Cornelius

André en Antje van Sabben nemen in 1963 De Stoof over van Glerum. Van Sabben is tevens eigenaar van André's Cafetaria in de Bosjeslaan. In juli 1965 wordt door S.J.F. Bos, wonende Bosjeslaan 36, vergunning Verlof A aangevraagd voor Nieuwstraat 41. Bos was korte tijd in dienst bij Van Sabben. Bos overleed in 1990.

1966
Louis van der Schans

In 1966 vraagt Louis van der Schans een horecavergunning aan en wordt de volgende eigenaar. Hij verander de naam in't Stoofke. Louis opent op 2 maart 1968 tevens de broodjeszaak Panaché in de Walstraat. In 1970 komen we Van der Schans tegen in La Bonne Auberge in Koudekerke.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op De Stoof 2/foto's

Verhalen

John Glerum

  • "John Glerum van De Stoof had een pottenbakkerij in zijn zaak. Moet je nu eens mee komen. Soms deden de klanten het licht uit en werd de kassa leeggehaald als hij om een pot of vaas was want die kon je bij hem kopen".
  • " Ik heb er pal naast gewoond in de Nieuwstraat, als het café dicht ging stonden ze bij ons op het raam te kloppen".
  • "John Glerum was eigenlijk huisschilder en woonde in de Breitnerlaan".
  • Johannes Glerum was gehuwd met Ella Rozing. Hij overleed op 72-jarige leeftijd.

Artikel PZC 2-3-1962:
"De gevels van de Nieuwstraat vertonen ten opzichte van elkaar nagenoeg geen verschillen. Toch zal binnenkort een van die gevels een opvallende plaats gaan innemen in het oude straatje. Op een van de puien zal een groot bord komen te hangen met een geschilderd opschrift Potterie-Taveerne De Stoof en daaronder de naam J. Glerum.
"U zou denken dat ik een ras-Zeeuw was, maar dan hebt u het mis" zegt Glerum. "Ik ben een echte Rotterdammer. In 1957 ben ik naar Vlissingen gekomen en tot dusver bevalt me het leven in de Scheldestad opperbest". Glerum (golvend haar, beginnend baardje) loopt met een stofjas aan door zijn werkplaats. Zakken klei in de ene hoek, gebakken potten in de andere. In het midden van de werkruimte staan de vormen die Glerum gebruikt voor het vervaardigen van bierpullen die een inhoud hebben variërend van twee slokken tot vijf liter, en verder asbakken en vazen.
De Vlissingse Rotterdammer heeft het pottenbakkersvak in de oorlogsjaren geleerd. Hij zat in 1943 in Stockholm, waar hij de academie bezocht. Een jaar later vertoefde hij als militair in Engeland en na de bevrijding ging hij spoorslags naar Rotterdam waar hij zich vestigde als pottenbakker.
Eerst heeft Glerum in de Lange Zelke gezeten, maar het zwaard der sanering verjoeg hem daaruit. "Erg vind ik het niet, ik zit hier heel wat beter. De gemeente heeft het woonhuis verbouwd, maar hier beneden heb ik alles zelf moeten doen. Ik heb overigens niet veel tijd voor kluskarweitjes want een flink deel van de dag moet ik me met de bakkerij bezighouden.
Toch is er veel tot stand gekomen in het pand aan de Nieuwstraat. De ouderwetse voorkamer is herschapen in een oud-Hollandse taveerne, compleet met donkerhouten betimmering, schouw met tegeltjes, zelfs een schommelstoel ontbreekt niet. De in gelegenheden als deze onontbeerlijke jukebox is door een oude betegelde manshoge stoof aan het oog onttrokken. De achterkamer doet dienst als werkplaats voor de pottenbakkerij.
Wat de heer Glerum nu met zijn Taveerne voorheeft? "Ik heb geen bepaalde plannen, maar het is leuk om zoiets erbij te hebben. De pottenbakkerskunst blijft echter nummer één. 's Morgens werk ik in de potterie en 's avonds schilder ik de potjes aan de stamtafel. Wanneer er iemand is die graag een eigen bierpul of iets dergelijks wil hebben kan hij haar zelf beschilderen en dan bewaar ik haar voor hem. Als het er veel worden hang ik er een stel aan de balken van de zoldering".
Plannen kun je volgens Glerum niet maken met een potterie annex taveerne of Weinstube, net zo je het noemen wilt. "Zoiets doet het of het doet het niet. Sfeer en stemming zijn belangrijk. Zij moeten gezellig zijn. En dan kan het best iets worden."

Bijzonderheden

Zie ook

Externe links

Bronnen