Vlissingen Dronk

De Prinsentuin

 

De Prinsentuin

Oranjestraat 54
Vlissingen

 


Het Prinsenhuis dateert uit de zestiende eeuw (gebouwd in 1582) in opdracht van de Prins van Oranje voor zijn verblijf in Vlissingen. In 1749 wordt het door brand verwoest, wat overbleef is De Prinsentuin. Vanaf 1820 ongeveer wordt De Prinsentuin of Prinsenhof uitgebaat als uitspanning en koffijhuis. Het Prinsenhuis stond in het zuidoostelijke deel van de stad, de tuin strekte zich uit tot het Oranje Bolwerk, waar nu de Oranjemolen staat.

Geschiedenis

1820
Onbekend

Op 1 mei 1820 wordt geveild: een HUIS met annexen TUIN, groot ca. 1 gemet 100 roeden, genaamd de Prinsen Tuin. Staande en gelegen te Vlissingen in de Oranjestraat wijk K 54. Wie de nieuwe eigenaar wordt is niet bekend.

1827
V. de Groof

V. de Groof is in 1827 Kastelein in Het Prinsen Hof. Hij kondigt in mei aan dat zijn Lokaal en Tuin vanaf heden is geopend, met uitzondering van maandag en donderdag. Op die dagen is de lokaliteit afgehuurd als sociëteit. In de zomer van 1829 organiseert De Groof een groot bal in Het Prinsen Hof.

1833
J.L. Queré

In 1833 is Johannes Ludovicus Queré de kastelein. Ook hij organiseert feesten. In december is er bal. 'De zaal zal ten voorgeschreven einde behoorlijk ingerigt en het buffet van alle vereischten voorzien zijn. De intree voor een heer, met of zonder dames is bepaald op fl. 1,50, waarvoor men eene flesch wijn geniet'. In de zomer is De Tuin weer geopend. Het koffiehuis annex 'de grote tuin' staat in april 1843 te huur, nadere informatie is te verkrijgen bij J. de Groof.

1844
D. van Aerde

In juli 1844 en 1845 is het In den Prinsen Hof bij Dominicus van Aerde Prijsschieten op de Gaaipers door de Heeren Leden der Sociëteit.

1846
H.J. de Greeve

Helmig Jan de Greeve wordt in mei 1846 de nieuwe uitbater van Koffijhuis De Prinsentuin. Hij heeft zich van een geheel nieuw ameublement voorzien en zijn buffet zal steeds van alle dranken en ververschingen voorzien zijn. Ook bij De Greeve zullen de leden van de sociëteit St. Sebastiaan het seizoen openen met prijsschieten. De Greeve beveelt zich minzaam aan bij zijn geëerde stadgenoten en het geëerde publiek van Middelburg. In 1852 wordt hij failliet verklaard.

1853
J.B. de Groof

22 April 1853 vindt plaats: verkoop van HUIS en ERF, staande en gelegen Oranjestraat wijk B no. 93 met annexen TUIN, genaamd de Prinsentuin. zich van daar uitstrekkende tot aan de Gravenstraat, met al den aanleg, vijver en boomgewas, optimmeringen, gebouwen en zalen, waarin gedurende vele jaren Koffijhuis en Uitspanning is gehouden en dat tevens gebezigd is tot vereenigingen, concerten, casino's en andere groote partijen, waartoe het geheel uitnemend is geschikt. Informatie is te bekomen bij J.B. de Groof.

1857
D. Jansen

In 1857 wordt er weer bal gehouden in De Prinsentuin. De vermoedelijke kastelein is D. Jansen.

1861
Onbekend

Op 19 november 1861 wordt De Prinsentuin in Hotel De Commerce wederom openbaar verkocht. Het adres is nu Wijk K no. 93, de inhoud van de advertentie is dezelfde als bij de verkoop in 1853. Het hoofdgebouw met de tuin is in deze tijd verhuurd aan Sociëteit De Unie. Ook nu zijn inlichtingen te verkrijgen bij J.B. de Groof. Twee jaar later, in februari 1863 vindt opnieuw verkoop plaats, nu wordt in de advertentie de naam D. Buchel genoemd. Deze Daniel Buchel, vermoedelijk een makelaar, is gehuwd met J.C. de Groof. Hij overlijdt in februari 1875.

1866
L.M. de Boer

In april 1866 wordt de Prinsentuin opengesteld door L.M. de Boer. Hij hoopt publiek te trekken met een avond hoornmuziek. De Boer is sinds 1861 ook eigenaar van de Schouwburg Noordstraat. In 1873 runt De Boer een zeemans logement in de Gravestraat.

1868
L.T. de Groof

Uitspanning De Prinsentuin wordt per 1 mei 1868 door Louis de Groof te huur aangeboden.

1872
L.T. de Groof

Een berichtje in de Vlissingse Courant van 20 oktober en 10 november 1872 meldt dat De Prinsentuin is verkocht voor fl. 67.000,- teneinde op het terrein een beetwortel-suikerfabriek op te richten. Louis de Groof stuurt daarop een min of meer boze brief naar de krant waarin hij zich verplicht het bericht tegen te spreken en het als geheel uit de lucht gegrepen te verklaren.

1872
C. Scheijbeler

In november 1872 is C. Scheijbeler de kastelein van de Prinsentuin. Twee jaar later verlaat hij de tuin en opent Koffiehuis Tivoli. Dit betekent tevens het einde van De Prinsentuin als uitspanning.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op De Prinsentuin/foto's

Verhalen

De Prinsentuin

De Tachtigjarige Oorlog was in volle gang toen Willem van Oranje in 1581 erfheer werd van Vlissingen. Om ook daar een onderkomen te hebben, verstrekte hij opdracht een groot huis te laten bouwen. Als locatie koos hij een braakliggend gebied ten oosten van de stedelijke bebouwing. De door Philips II gezonden hertog van Alva wilde daar een dwangburcht (citadel) laten bouwen om enerzijds de Westerschelde te controleren en anderzijds de opstandige Vlissingers in toom te houden. Diezelfde opstandelingen dwarsboomden Alva's plannen in 1572. Zij verjoegen de Spanjaarden waardoor de bouw van de dwangburcht gestopt werd. De stad bevrijdde zich daarmee van het Spaanse juk, maar liep wel een stuk bijzondere bebouwing mis in de vorm van een citadel naar Antwerps model. Na 1572 kon de stad zich oostwaarts uitbreiden en al snel ontstond daar een nieuw stadsdeel met de Palingstraat als hoofdstraat. Ten zuiden ervan, richting Oranjebolwerk, moest dus het Prinsenhuis verrijzen. Simon Stevin, die zich ontwikkelde als militair ingenieur en krijgsbouwmeester, werd aangesteld als bouwmeester wat tot uitdrukking kwam in de architectonische vormgeving. Bij dit huis werd in de loop van vele jaren een ware lusthof aangelegd. Oude rekeningen spreken van "het vullen van putten" en "het effenen van den gront". Ook de aankoop en "leveringe van olmen en lindebomen tot plantinge ende versieringe" blijft niet onvermeld. Om "de aerde moldrich te maecken" werd zand aangevoerd. Zelfs werden "de Landtsluijden onder het resort van Vlissingen gedagvaard om te komen karren voor den triangel". Dat was een door muren omsloten driehoekig tuingedeelte. Ook was er sprake van door heggen gescheiden perken "met artoischen frengiën en espergijs". De lanen waren voorzien van met klimplanten begroeide bogen. Het vrijwel vierkante gebouw, in natuursteen opgetrokken rond een binnenplaats, had een sober en zakelijk karakter. Dit werd nog versterkt doordat aan de zuidgevel een arsenaal verrees: 's Lands Zeemagazijn. De gevolgen van deze aanbouw bleken zo'n anderhalve eeuw later desastreus. In 1749 gingen arbeiders enigszins onvoorzichtig met granaten om waardoor het magazijn in brand raakte en het gehele complex, inclusief het Prinsenhuis, verwoest werd. De tuin werd na de brand als moesgrond verpacht en uiteindelijk in 1820 openbaar verkocht. De koper legde opnieuw een tuin aan en vestigde er een uitspanning die omstreeks 1870 ook weer in een vervallen staat verkeerde. Door 20e eeuwse stadsuitbreidingen werd het terrein waar eens de prinselijke lusthof lag steeds verder verkleind.

In 1882 zijn de restanten van de Prinsentuin nog steeds in bezit van de familie De Groof. Dit blijkt uit een ingekomen stuk bij B & W. :
Stadsbestuur Vlissingen (100), inv.no. 1102B (ingekomen stukken B&W 1882), no.689 – Schrijven van de Commissaris van Politie De Graaff aan B&W dd. 20.06.1882 ‘(…) dat de muur afsluitende het erf der voormalige Prinsentuin van den heer De Groof, grenzende aan den openbaren weg in de Gravenstraat alhier, naar mij voorkomt door ouderdom hoogst bouwvallig en gevaarlijk voor de openbare veiligheid is waarom ik de vrijheid neem UEdelAchtb: in overweging te geven den toestand van de bedoelde muur door den heer Gemeente-Bouwmeester te doen opnemen, waarna des noodig de heer De Groof zal kunnen worden opgedragen het gevaar daarvan te doen wegnemen.

Bijzonderheden

Louis de Groof

Louis Theodore de Groof wordt geboren op 22 oktober 1839. Hij trouwt op 30 mei 1864 met Maatje van der Os, zij overlijdt in januari 1865. De Groof is behalve eigenaar van De Prinsentuin ook Consulair Agent van Frankrijk. Hij overlijdt in Kruiningen op 25 november 1914.

J.L. Queré

Johannes Ludovicus Queré is gehuwd met Helena Johanna Kloeg (overleden 9-12-1861). Op 3 oktober 1866 hertrouwt hij met Francina Pierijn, hij staat dan geregistreerd als 'stadsmeter'. Queré is van 1839 tot 1840 korte tijd exploitant van De Oude Vriendschap aan de Groote Markt.

D. van Aerde

Dominicus van Aerde, geboren in Zelzate, op 26 oktober 1833 in Sas van Gent gehuwd met Maria Lucia van Hilst.

H.J. de Greeve

Helmig Jan de Greeve is gehuwd met Catharina Louisa Reeder. In 1852 wordt hij failliet verklaard.

L.M. de Boer

Leobertus Marcellus de Boer, geboren in Leeuwarden. Trouwt op 8-3-1854 in Vlissingen met Maria Johanna Handeler. Zijn beroep is dan zeeman. De Boer is behalve kastelein in De Prinsentuin ook eigenaar van de Schouwburg Noordstraat. In 1869 is hij tijdelijk gedetineerd in het Huis van Bewaring in Vlissingen. Hij overleed in Rosmalen op 26-5-1907. De Boer wordt in geboorteakten van zijn kinderen wisselend genoemd als herbergier, koffiehuishouder, logementhouder, sociëteitshouder en zeeman. Hij is woonachtig op de adressen Kromme Elleboog F 46, Noordstraat F 22, Oranjestraat K 45. Zijn echtgenote staat in 1877 geregistreerd als logementhoudster.

C. Scheijbeler

Cornelis Scheijbeler, geboren op 4 mei 1833 (met tweelingzus Pieternella) als zoon van Elisabeth Scheijbeler en een onbekende vader. Trouwt op 29 oktober 1859 met Johanna Boeije, hij is op dat moment stucadoor. Wordt in 1872 kastelein in De Prinsentuin, in 1875 eigenaar van Tivoli. Ook is hij in juni 1875 exploitant van het buffet aan Het Badhuis en is hij mede-eigenaar van Bierbottelarij en Limonadefabriek 'fa. J. de Witte en C. Scheijbeler'. Scheijbeler overlijdt op 24 juni 1883, hij is dan 50 jaar.

Zie ook

Externe links

Bronnen