Vlissingen Dronk

Dream At Dawn

 

Dream At Dawn

Sarazijnstraat 6
4381 CJ Vlissingen

 


Beter bekend als de DOP-Soos in de Sarazijnstraat van "De DOP", een groep alternatieve jongeren in de jaren '60.

Geschiedenis

1967
Gemeente Vlissingen

De soos is opgericht in 1967 en was het onderkomen van jongeren, die zich eerder verzamelden rond het beeld van de fles zonder dop op het Stadhuisplein. Omdat de gemeente deze sixties hangjongeren beu was, werd het pand in de Sarazijnstraat beschikbaar gesteld. In juli 1971 organiseerde de Dop-soos een groot muziekfestival op het Nollestrand en werd de soos gesloten. In het pand kwam een opvolger: The Three Barrels.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Dream At Dawn/foto's

Verhalen

"The Times they are a'changing" zong Bob Dylan. Theo Bosschaart erkent dat nog steeds. Hij lijdt niet onder het nieuwe tijdsgewricht. Toch heeft hij het idee dat jongeren nu meer gericht zijn op consumptie. “De Dop-soos, ontstaan uit een groepje dat regelmatig bij elkaar kwam op het Stadhuisplein, was anders. Wij praatten veel met elkaar over muziek, boeken en politiek. De Vietnam-oorlog speelde. Wij maakten ook bewuste keuzes: vóór thee, koffie, chocomel en frisdrank én tegen gebruik van alcoholische dranken”. Een aantal jongeren begon zich in Vlissingen te roeren als in de Randstad. Ze vormden, volgens hen, dat wat ontbrak in de Scheldestad: de dop op de fles, het wapen van de gemeente. “De hele wereld om je heen rommelde. Studenten in de VS en later ook in Europa zetten zich schrap. Martin Luther King werd vermoord. Je zag dat de samenleving aan alle kanten niet klopte. De politiek, de school, de krant. Zij waren naar onze mening geheel doordrongen van leugen en bedrog”.
Wat de Vlissingse jeugd met name miste waren gelegenheden om hun ei kwijt te kunnen, een eigen cultuur op te bouwen. De kerken hadden wel jongerensozen, maar daar was het toezicht streng. Chris van Wezel, herinnert zich J. Hintzen. Hij was jeugdleider van Jeugdsociëteit De Sloep, later Jeugdsociëteit Walk Inn. Hintzen liep met een krant rond en sloeg paartjes ut elkaar die te close dansten. Jongeren moesten zich letterlijk gedragen als jong-volwassenen.
De DOP-soos kreeg in 1967 een onderkomen in de Sarazijnstraat (Dream At Dawn). De ruimte had voldoende afmetingen om elpees te draaien. De als paddenstoelen uit de grond schietende bandjes konden er niet terecht. De eigenaren van het Concertgebouw en La Cave haalden wel groepen naar Vlissingen. Dave Berry en The Motions traden in 1966 op in La Cave en Pink Floyd kwam in 1967 in het Concertgebouw. Muziek was belangrijk volgens Bosschaart: “Neil Young, The Doors, The Byrds en Bob Dylan waren favoriet. De wijze woorden van Dylan nam je ter harte”.
Jongeren gaven bij gebrek aan beter zelf gestalte aan hun uitgaansleven. Zij probeerden een nieuwe eigen levensstijl te ontwikkelen en namen af en toe het heft in eigen hand. Piet Klip en drie andere Vlissingers stichtten kosmisch ontspanningscentrum Search for the Sun in het Don Bosco huis aan de Palingstraat. “Beroering beneden de Moerdijk” meldde het blad Hitweek in 1968 na de opening. Search for the Sun was een open soos. Supersister, Static en Livin’ Blues kwamen er. De buurvrouw van Don Bosco stoorde zich aan de concerten. Tijdens het optreden van Livin’ Blues kwam ze in haar peignoir het podium oprennen om de drumstokjes af te pakken. Een drumsolo was haar te veel geworden. Een rookgordijn hing in de zaal. “Moet je je indenken, een Vlissingse in nachtkleding belaagt één van de beste drummers uit die tijd”.

Vlissingen en vooral de jongeren bloeiden op in de tweede helft van de jaren zestig. Zo snel als het kwam, zo snel was het weer verdwenen. Search for the Sun ging in 1970 ten onder en een jaar later volgde de DOP-soos. De Pinkstergemeente kocht van Ome Jan van Loon het Concertgebouw.
“Vermoeidheid sloeg toe”, geeft Piet Klip als oorzaak aan. “De jeugd kreeg ook meer centen en ging vaker naar nieuwe cafés als Hoppit en De Concurrent. Ze konden daar ook bier krijgen”. Chris van Wezel zoekt het ergens anders: de opkomst van soft- en later hard drugs. De sfeer ging achteruit in de jeugdsozen. Theo Bosschaart constateert dat ook. “Wij hebben drugs altijd buiten gehouden. Het gebruik nam wel toe onder de leden. De muziek werd steeds belangrijker, het werd apatischer”. Het professionele jeugd- en jongerenwerk kwam op. Leden van de DOP-soos stonden aan de wieg van De Piek. De optredens in La Cave en het Concertgebouw waren hen te duur. Ze richtten de OVO-club op die een jaar bleef bestaan. De Piek werd na een kort bestaan als sleep-inn, een professioneel jongerencentrum.
De bekende popgroepen werden echter te duur voor Vlissingse afmetingen. “De periode waarin oude radio’s werden gebruikt als versterkers was voorbij”, verklaart ex-jeugdouderling J. Hintzen. “Het publiek ging ook meer eisen stellen”. Van Wezel wijst er op dat een aantal ‘jaren zestigers’ uit Vlissingen bleef zoeken en het geluk vond in de Pinkstergemeente. “’t Was voor de meesten een tijdelijke keuze”. Het ijs kraakte –om met Duco van Weerlee te spreken- wat na in de lentezon.

Uit: PZC 16-9-1988

Afscheid

Uit de PZC d.d. 6-7-1971:
Op het Nollestrand geeft de voormalige Dopsoos vrijdag een festival waaraan tal van groepen hun medewerking zullen verlenen. Omdat het pand waarin de Dopleden in het verleden hun sociëteit hebben ondergebracht verkocht wordt, is hen enige tijd geleden verder gebruik door de gemeente ontzegd. Er is echter nog wat geld over en om met dat geld zoveel mogelijk jongeren een plezier te doen, is besloten dit festival te organiseren. De toegang tot het feest is gratis.
Om vier uur gaat het vrijdagmiddag al beginnen met optredens van de groepen 'Karma Repair Kit' uit Goes, 'Beautiful Idaho' uit Middelburg en de groep 'For M' uit Leiden. De naam van de voornaamste groep is nog niet bekend. Op het terrein zullen zich stands bevinden waar witte platen, songbooks, fruit en broodjes verkrijgbaar zijn. Ook zal er een kampvuur worden aangelegd.
"Het is de bedoeling dat we bij het ondergaan van de zon met z'n allen een volkomen stilte in acht nemen. Degenen die bij zonsopkomst zaterdagmorgen nog aanwezig zijn, kunnen als zij daartoe behoefte voelen, veel lawaai maken. Dat lijkt me wel leuk", aldus Theo Bosschaert, die samen met Rob Jonkman, Benny Sekewaël, Bram Rietbergen en Mieke Oosterhuis voor de organisatie zorgt. Bosschaaert vindt de aanduiding 'popfestival' dan ook niet zo geschikt, hij vindt het veeleer een gebeurtenis met het karakter van het VPRO-televisieprogramma 'Piknik'. De bezoekers mogen zelf muziek maken en films meebrengen die dan vertoond kunnen worden. Bij slechte weersomstandigheden wordt het gebeuren uitgesteld.
Met de opheffing van de Dopsoos zullen hoogstwaarschijnlijk ook de activiteiten van de in 1965 opgerichte groep 'kritische jongeren' beëindigd zijn. "Ik geloof dat ze ons uit het pand gezet hebben omdat de gemeente vindt dat wij ook wel in het Vlissingse Ontspanningscentrum (het VOC) terecht kunnen. Persoonlijk ben ik er echter van overtuigd dat er behoefte bestond en nog bestaat om de Dopsoos elders weer op te richten, desnoods weer in hetzelfde gebouwtje, want voor zover ik weet is de gemeente er nog niet in geslaagd het te verkopen", zo zegt Theo Bosschaert.

Bijzonderheden

Jeugdsociëteit nieuwe stijl

Uit De Stem d.d. 4-7-1967:
"Iedere keer als het je lukt een vent uit de kroeg te halen, betekent dat een winstpunt" heeft commissaris J. van Marion van de Vlissingse gemeentepolitie eens gezegd. Hij herhaalde dat tegen Peter den Haring uit Amsterdam, landelijk staffunctionaris van Jeugd- en Jongerencentrum Ruimte. Het was tijdens een gesprekje tussen deze twee over een experimenteel stukje jeugdwerk dat de Amsterdammer met een aantal Vlissingers aan het organiseren is.
Peter den Haring is belast met de opdracht om waar dat nodig is in het land jeugdwerk op poten te zetten of te belegeiden. Met zijn twintig (morgen 21) jaren is hij nog jong genoeg om zich in te kunnen leven in de 'hippe' en 'blitze' ideeën van 16- en 17-jarigen. Aan de andere kant is hij oud en nuchter genoeg om te wikken en te wegen voordat hij iets begint. Daarom is hij een paar dagen in Vlissingen geweest om te kijken en te praten voordat hij in deze stad gaat beginnen met de organisatie van een jeugdsociëteit-nieuwe-stijl. De bedoeling is dat deze sociëteit komt in De Kajak, het jeugdgebouw van de Vlissingse Ruimte-groep in de Sarazijnstraat, de enige afdeling van Ruimte in Zeeland. Sinds de oprichting van Ruimte in 1959 is men daar bezig met jeugdwerk. De eerste jaren ging dat wat betreft het boven 16-jarenwerk vrij goed. Maar de belangstelling voor de jeugd komt anders te liggen. Het is zaak voor Ruimte mee te doen en mee te denken, aldus Peter den Haring.
Bij de opzet van de nieuwe Sociëteit stapt men af van de traditionele zaterdagavondbijeenkomst met al of niet bedillerige leiders. Wat Ruimte wil zijn is een servicecentrum, blijkt uit zijn verhaal. De eerste die daar gebruik van gaan maken zijn De Dops uit Vlissingen.
"Die Dops zijn een bepaald slag jongeren die zich vooral wat mentaliteit betreft onderscheiden van de anderen. Overigens zonder een roemrucht verleden zoals de provo's, hoewel de Dops daar wel eens met een verlekkerend oogje naar kijken. Het is een vrij stabiele groep van 30 à 40 mensen, voor het merendeel scholieren. Dan hangen er nog zo'n 40 omheen. Met een paar leden van de groep hebben we contact opgenomen. Deze mensen openen voor ons een experimenteel perspectief", aldus Peter den Haring. De Dops-meisjes en jongens hebben geen clubhuis. Een bunker is dat eens geweest, maar die toestand was verre van ideaal. Als alles volgens plannen verloopt krijgen de Dops de beschikking over de eerste verdieping van De Kajak waar ze zelf aan het werk zullen gaan. Onder hun eigen verantwoordelijkheid zal daar en sociëteit gaan draaien in een zaaltje dat ze zelf zullen opknappen.
"Ze kunnen er dan van uitgaan: we doen waar we zin in hebben, maar ze zullen er wel degelijk rekening mee moeten houden dat ze met hun eigen vrijheid de vrijheid van een ander niet aantasten. Er zal ook een lidmaatschap aan te pas moeten komen, zodat ze zelf controle hebben op de figuren die binnenkomen. Dit alles gaat dan onder de begeleiding van Ruimte", aldus het verhaal van Peter den Haring.
Het is een moeilijk experiment vindt hij wel. Maar zowel de commissaris Van Marion als wethouder Ch.J. Gillissen Verschage hebben hem hun medewerking toegezegd. "Het is verdom fijn dat we zoveel medewerking hebben van de politie. We hopen nu alleen maar dat de gemeente ons de gevraagde subsidie toezegt. Het zou mooi zijn als we het geld nog voor de vakantie kregen, dan kunnen we in de vakantie beginnen met verbouwen". Er moet een bar komen. "Geen pils nee, dan lopen we risico's die we niet kunnen nemen. Dan komen er ook niet van die situaties die in kroegen voorkomen. Dat een caféhouder op een gegeven moment ouders een rekening van tientallen guldens komt presenteren omdat zoon of dochterlief regelmatig een bezoekje aan de zaak brengt en daar het een en ander naar binnen werkt". Vandaar die uitspraak van commissaris Van Marion, die vooral betrekking heeft op jonge jongens en meisjes. Vandaar ook dat Peter den Haring het zelf zo belangrijk vindt dat er een sociëteit komt waar jonge mensen elkaar kunnen ontmoeten, iets drinken, desnoods één flesje op een hele avond. De barkeeper in de sociëteit hoeft geen geld te verdienen. In de sociëteit valt het accent op het gezellig samenzijn. "Een ouderwetse term, maar het komt er toch op neer", vindt Peter.
Dan ligt het verder aan de sociëteitbezoekers zelf wat er in de soos gaat gebeuren. Willen ze een cabaretier, een politieke avond, of wat dan ook, dan schakelen ze Ruimte in om iets dergelijks te organiseren. Teach-ins kunnen er komen, muziekavonden. Vooropgesteld wordt dat het helemaal niet de bedoeling is om te concurreren met verenigingen en stichtingen als Don Bosco, De Globe of een politieke jongerenorganisatie. Het standpunt van Peter den Haring is niet dat je ook een donkere kamer voor fotograferende leden gaat inrichten zoals ze dat in Don Bosco hebben gedaan, nog mooier en nog groter omdat je dan misschien zo weer een paar nieuwe leden kan winnen. Ten koste van Don Bosco dan. "Als de een iets organiseert laat de ander dan iets anders bedenken, zodat je de jeugd twee verschillende activiteiten kan bieden", redeneert hij logisch, waardoor hij automatisch op de zoveel besproken samenwerking komt. "Een politieke jongerenorganisatie heeft over het algemeen geen eigen huis. Ruimte Vlissingen heeft dat wel. Wil je een politieke avond, schakel die organisaties dan in. Zo werkt Ruimte tweeledig. De organisaties bied je onderdak en de jongeren ook je eigen leden een programma. Het zou een ideaal zijn als we het in Vlissingen zover zouden kunnen brengen. We beginnen met de Dops. Het is te hopen dat het experiment uitgroeit. Het is dan ook nodig dat Ruimte wat bekendheid krijgt."

Hippe vogels

Begin september 1967 gaat in het gebouw van Jeugd- en Jongerencentrum 'Ruimte' de DOP-sociëteit van start. De DOP-groep houdt zich al enkele jaren bezig met het scheppen van gezelligheid, maar heeft hiervoor slechts een bunker ter beschikking. De organisatie 'Ruimte' stelt de eerste verdieping van het gebouw 'De Kajak' beschikbaar. De DOP-leden hebben de ruimte zelf opgeknapt, gesteund door een financieel voorschot van 'Ruimte', wat terug betaald wordt met subsidie van de gemeente. Het kostte aanvankelijk nog enige moeite om de DOP-groep in zijn geheel onder te brengen, aangezien de jongelui - zgn. hippe vogels- er principieel niets voor voelden. Echter zonder de steun van 'Ruimte' zou de DOP niet over een eigen soos kunnen beschikken. Er is een bestuur gevormd en er zijn reglementen opgesteld. Hierbij is bepaald dat alleen diegenen lid kunnen worden die qua mentaliteit passen in de DOP-groep en door een ander lid zijn voorgedragen. Bij het van start gaan zijn er 40 leden geregistreerd. Het bestuur bestaat uit: Martin Jansen (voorzitter), Theo Bosschaart (secretaris), Freddy Smit en Rob Oosterhuis.

Externe links

Bronnen