Vlissingen Dronk

Kermis

Kermis Zeilmarkt 1963.jpg


De Vlissingse kermis door de eeuwen heen

Ontstaan

Het fenomeen kermis is afgeleid van het woord kerkmis. In de middeleeuwen was het een jaarlijks volksfeest en vaak jaarmarkt, oorspronkelijk ter gelegenheid van de gedenkdag der kerkwijding. Hoewel dus van origine een katholiek feest, bleef het na de reformatie toch betaan. Ook in Vlissingen. Kennelijk was het zo ingburgerd dat het niet meer uit te roeien viel. In de loop der eeuwen zijn daartoe verwoede pogingen ondernomen, met name door de kerkeraad der Nederduitsch Gereformeerde Kerk. Het kan ook zijn dat de kermis vanwege een meer aardser reden toch bleef voortbestaan, namelijk een economische. Er kwam daarmee geregeld geld in het laatje. Dat dit extra geld weer ten goede kwam aan de armen rechtvaardigde voor velen dan weer het voortbestaan van de kermis.
In Vlissingen is de tijd van de kermis tegenwoordig vrij nauwkeurig bepaald. Dat was in de middeleeuwen wel anders. De kermis kon dan vallen in het tijdvak tussen 7 juni en 11 juli. Dit was afhankelijk van de datum waarop het Pinksteren was. Het was namelijk Vlissingse kermis vier weken na Pinksteren. Aangezien Pinksteren weer afhankelijk is van de datum van Pasen (vijftig dagen erna), en Pasen kan vallen tussen 22 maart en 25 april, zal het uiteenlopen van de datum van de kermis duidelijk zijn. Dit duurde zo tot 1645. Op 6 juni dat jaar werd door het stadsbestuur bepaald dat de voorsz. jaermarckt van nu voortaen jaerlikx zal worden gehouden op den XVI july aanvanck nemende met denzelven daghe ende continuerende voorst sooveele dagen daeraan volgende als vanouts gebruyckelijck is gheweest.
In diezelfde verordening blijkt ook dat het stadsbestuur liever van jaarmarkt dan van kermis sprak. Dit laatste herinnerde immers nog teveel aan het oorspronkelijke katholieke woord. Begrijpelijk, men leefde in 1645 immers nog in een andere tijd dan wij in de 21ste eeuw. Toen waren de scherpe kantjes nog niet overal af. De zogenaamde Tachtigjarige oorlog was nog niet eens voorbij.
Het geheel had toen ook meer weg van een jaarmarkt. Er stonden kramen met diverse waar op het kermisterrein. "IJdele Spelen" werden niet toegestaan. Zo werd de bevolking eeuwenlang gewaarschuwd dat er bijvoorbeeld geen comaedianten, koordedansers, marionetten, lotterijekramen, draaijborden ofte iets dergelijks toegestaan was. De gildebesturen hielden wel een oogje in 't zeil opdat alles volgens de spelregels zou verlopen.
In de negentiende eeuw trad er al een verandering op in het jaarlijkse kermisvertoon. Toen werd er al weer van kermis gesproken. De spullebazen prezen via de Vlissingsche Courant hun kramen, spellen, schommels, caroussels en andere vermakelijkheden aan. Een voorbeeld: een spullebaas nodigde uit: "Op de Nieuwendijk, bezoekt de schoone jonge reus Raimond, oud 15 jaar, lang 1.95m. en zwaar 225 pond. Waarbij ouders en voogden beleefd worden uitgenodigd met hun kinderen te komen daar men nog nooit zulks een volmaakt natuurwonder heeft tentoongesteld. Doctoren en geneeskundigen genieten vrij entree".
Het kermisterrein heeft in de loop der eeuwen weinig wijzigingen ondergaan. Vanaf de middeleeuwen bestond het uit: de Grote Markt, de Bierkaai en Oostzijde (huidig Bellamypark), de Beurs, de Nieuwendijk en de Pottekaai (nu Wilhelminastraat) tot aan de Stenenbeer. Wel een wijziging ondergingen de attracties. De kern is echter niet veranderd: een volksfeest, bekend onder de naam kermis zoals vanouds, via een omzwerving van jaarmarkt.

Muziek

Alleen met muziek leeft een kermis. Alhoewel die muziek door de eeuwen heen is veranderd, vormt ze noig steeds een onlosmakelijk deel van de kermis. Zeker in onze tijd met disco, soul, wave, hip-hop, house, breakdance, metal, rap. De kermis laat alle genres horen. De kermis is altijd bij de tijd, zeker wat de muziek betreft.
In vroeger eeuwen werd de muziek op de kermis gemaakt door straatmuzikanten die dansmuziek speelden op eenvoudige instrumenten. Ze maakten echte volksmuziek en trokken met de kermisklanten mee van plaats naar plaats. Ze speelden vooral op doedelzakken. De doedelzak werd, evenals de draailier, de flageolet en de trommel, beschouwd als een muziekinstrument van minder allooi. Dure instrumenten, bijv. de trompet en de meeste snaarinstrumenten zoals harp en luit, werden voorbehouden aan de betere standen. Erg goed werden de straatmuzikanten van de kermis ook niet betaald voor hun diensten. Hun maatschappelijk aanzien was tamelijk laag. Zoals de meeste reizende beroepsbeoefenaars werden ze gewantrouwd. De muzikanten waren berucht om hun onregelmatige levenswandel en de straatzangers hadden een duidelijke voorkeur voor platvloerse en soms ook opruiende teksten, waar blijkbaar meer geld mee te verdienen was.
De levende kermismuziek heeft tot in de twintigste eeuw stand gehouden. Maar het 'volkse' karakter van de muziek is in de loop der eeuwen wel verdwenen. Een echte kermismuzikant bleef nog tot de jaren '70 van de vorige eeuw de Nikkelen Nelis. Maar eigenlijk was hij al lang verdrongen door de mechanische muziek. Al in de negentiende eeuw mechaniseerde de kermismuziek zich. Nog niet in de vorm van de geluidsinstallatie met platen en banden, maar in de vorm van een orgel dat op kermissen, in stommcarrousels, de cocktailpaleizen, de cakewalks, de cinema's en vooral de danszalen, de hoogste noot ging blazen. In de twintigste eeuw ontstond zelfs het typische kermisorgel met een fors helder geluid om boven het lawaai van de kermis uit te komen. En met een tamelijk bonte vormgeving overeenkomstig de romatische tierlantijen die de kermisattracties van toen hadden. Helaas zijn de meeste van deze prachtige orgels verdwenen.
Maar natuurlijk: op de kermis klinkt nog steeds muziek. In overvloedige mate, al zijn de klanken aangepast aan de klanken van nu. De doedelzakspeler en de liedjeszanger zijn verdwenen. Maar desondanks klinkt er nog altijd muziek op de kermis. En net als dat sinds mensenheugenis het geval is, is het doel daarvan onveranderd: bijdragen aan dat enorme feest dat kermis is!

Familiebedrijf

Het kermisbedrijf is een aparte wereld. Want hoewel het verschijnsel kermis al zo'n duizend jaar bestaat, leidt de kermis in de huidige tijd van technologie en informatie nog steeds een geheel eigen leven. Want De Dikke Dame en De Kop van Jut mogen dan gezelschap hebben gekregen van de Waarzegcomputer en de Super-Polyp en de uitbater mag dan een moderne ondernemer zijn, een uniform beeld van kermismensen is er niet. De kermis is zo divers als de attracties die er zijn en de mensen die er rondlopen. Hoewel het om een vrij beroep gaat en iedereen een plaats moet pachten, blijft de kermisbranche overwegend een familiebedrijf. In Nederland gaat het om ongeveer 1250 gezinnen met in totaal zo'n 1400 inrichtingen. Het zijn geen andere mensen dan u of ik, maar ze hebben wel hechtere leefgewoonten. De kermisman of -vrouw is echter al lang niet meer de 'speelman' van vroeger. Hij of zij is een moderne ondernemer die vaak grote investeringen heeft gedaan en financiële risico's neemt. Grote attracties kosten in aanschaf tegenwoordig miljoenen euro's.

Foto's

1850 - 1900

1900 - 1950

1950 - 2000

2000 - heden

Verhalen

Filmpje kermis Vissingen 1934 door Max Peereboom

Een rumoerige week in Vlissingen 1970

(Onderstaand verhaal werd eerder gepubliceerd op de inmiddels opgeheven website zeeuwsebabbelaar.weblog.nl copyright: Gerard van der Hoeven)
Tegenwoordig verloopt de kermisweek in Vlissingen over het algemeen redelijk rustig, maar er is een tijd geweest dat het er rumoerig aan toe ging tijdens de julimaand in de Scheldestad. Neem bijvoorbeeld de zomer van 1970 toen tijdens de maand juli de gemoederen behoorlijk verhit raakten en een escalatie plaats had die gevoed was door een jarenlange vete tussen twee rebellerende groeperingen. Die jarenlange hetze tussen Ambonezen, zoals Molukkers in die tijd werden genoemd, en Skyriders zorgde op 11 juli 1970 voor straatrellen in de Vlissingse binnenstad zoals die niet eerder waren voorgekomen.

Straatterreur

De PZC (Provinciale Zeeuwse Courant) heeft het zelfs over ‘straatterreur’ van een ongekende omvang. Wat gebeurde er op die bewuste zaterdag?

De krant van de daaropvolgende maandag spreekt over wilde steek- en vechtpartijen tussen groepen Ambonezen en zogenaamde “Skyriders” uit Vlissingen en Souburg . De zaak zou uit de hand gelopen zijn na een ontmoetingen tussen beide groeperingen in een bar aan de Walstraat, op de Nieuwendijk en op het Bellamypark. En liep uiteindelijk uit de hand na politiecharges voor het Vlissingse politiebureau in de Molenstraat. Wellicht is het goed te weten dat het uitgaansleven in de Scheldestad in die tijd sowieso heftiger en intens was dan tegenwoordig. Het uitgaansleven speelde zich in die driehoek Walstraat, Nieuwendijk en Bellamypark af met daarbinnen een groot aantal nachtclubs, discotheken en kroegen. En met name in de zomermaanden was de binnenstad vaak overvol. De schermutselingen die zaterdag 11 juli ontstonden in de binnenstad vloeiden voort uit een jarenlange haat- en nijdverhouding tussen de genoemde groeperingen. De Molukse gemeenschap was in die tijd vrij gesloten en had zijn eigen taal en cultuur. Vaak woonden ze in aparte wijken zoals in Souburg het geval was en hadden een groot saamhorigheidsgevoel. Veel sterker dan de huidige Molukse gemeenschap waren ze op zichzelf en werden door de Nederlandse gemeenschap toch gezien als ‘vreemde eenden in de bijt’. De Skyriders was een groep veelal Vlissingse jongeren die herkenbaar waren aan hun zwartleren jacks en op de rug in witte letters de naam van ‘hun bende’ hadden staan. De leeftijd van die groep varieerde nogal. Maar over het algemeen lag dat tussen de 15 en 25 jaar. Ze hadden hun eigen hangplekken en waren herkenbaar aan hun vervoermiddel bij uitstek: de brommer… Vaak waren zij in groepjes te vinden in de binnenstad rondom het uitgaansleven van Vlissingen en hadden het niet op de Ambonezen. Uiteraard waren ook toen racistische motieven al een broeihaard van het geweld en regelmatig waren al vechtpartijen tussen beide jongerengroeperingen uitgevochten. De in 1970 18-jarige M.F. van der Heyden vertelt over de strubbelende verstandhouding tussen de jongeren. Hij was destijds een van de leidinggevende figuren in de hiërarchie van de Skyriders en doet in de PZC een boekje open: “Als je op de Walstraat loopt, dan gaan ze dwars tegen je in. De weg is toch zeker vrij voor iedereen". De escalatie is volgens hem een gevolg van het op elkaar inlopen: “In Café Atlanta stonden een Ambonees en Skyrider als kemphanen tegenover elkaar. Plotseling allebei gewapend met een mes." De Skyriders beweren dat de Ambonees eerst trok. Maar mevrouw E.J. Cijvat uit Souburg, moeder van een van de latere Skyriders die een hoofdrol in de rellen zou spelen beweerde dat “sommige Skyriders zich zo bang voelen om door de Ambonezen in de binnenstad ‘gepakt’ te worden dat zij zich maar bewapenen, voor het geval dat…” Zij zegt in de krant: “Mijn zoon durfde zich niet meer in Vlissingen te vertonen. Ze hebben het altijd op hem gemunt”. De heer M.F. Meyer, vader van een Skyrider, is het met haar eens. En beiden verwijten de Vlissingse politie partijdigheid. Bij eerdere escalaties zou de Vlissingse politie partij hebben gekozen voor de Ambonezen. Dat racistische motieven duidelijk een rol speelden is duidelijk wanneer een aantal Skyriders wordt geciteerd in de krant: “We zijn bang voor overheersing door … -volgt een scheldwoord-”. En vermeldt de verslaggever: “En juist die scheldwoorden zijn vaak de olie op het vuur”. En inderdaad was er in die tijd een ruim arsenaal scheldwoorden paraat voor de Molukse medebewoner…

De vlam in de pan

Al met al was de veldslag op zaterdag 11 juli 1970 het gevolg van een broeierige situatie die al wekenlang in de stad hing. Middels een reconstructie blijkt later dat inderdaad in Café Atlanta in de Walstraat de brandhaard ontstond. Café Atlanta was destijds een druk bezocht café waar veel jongeren kwamen en beslist geen slechte naam had. Er waren ergere kroegen in Vlissingen. Een van de aanwezige 'Skyriders' zag in Atlanta een Indische jongeman die hij herkende als een van de Ambonezen die hem eerder die week hadden afgetuigd. Wraakzucht was de oorzaak van een korte woordenwisseling die bijna ontaardde in een vechtpartij. De toenmalige café-eigenaar wist door tussenkomst te voorkomen dat de woordenwisseling en ruzie ontaardde in een vechtpartij. De Skyriders verlieten onder leiding van hun ‘leiders’ Meijer en Cijvat het café en gingen verder op stap richting Bellamypark en Nieuwendijk. In het speelcentrum ‘Sportland’ op de Nieuwendijk, in die tijd ook een ontmoetingsplaats van vele jongeren, kwam het echter opnieuw tot een escalatie toen enkele Skyriders daar een Middelburgse Ambonees herkende die eerder in een groep met zo’n vijfentwintig man op de vuist was gegaan met een groep Skyriders. Het kwam daarbij tot een gevecht waarbij de Middelburger werd neergeslagen. Nadat de politie inmiddels was gealarmeerd en ter plaatse verscheen bleek zich een groep van zo’n 80 à 90 jongeren zich te hebben verzameld. De politie greep niet in maar hield de agressie in de peiling. Rond kwart over negen sloeg de vlam in de pan en was een groep Molukkers van zo’n vijftig man slaags geraakt met de vijand. Volgens de krant ontstond en veldslag: “Messen flitsten door de lucht, stenen werden gegooid en met meest weerzinwekkende attributen werd in de rondte geslagen. Omdat de recherche een bloedbad vreesde, begaf zij zich met lange wapenstokken in het strijdgewoel en trachten hierdoor het gevaarlijke wapentuig uit de handen van de kennelijk blindgeworden haatdragende jongens te slaan.” Inmiddels moest versterking worden ingeroepen en witgehelmde agenten met wapenstokken begaven zich in het strijdtoneel. Overigens wel met de nodige gevolgen. In het strijdgewoel wordt rechercheur Leijdekkers van de Vlissingse politie met een mes in zijn hand gestoken en moet rechercheur Dul met een lichte hersenschudding naar het ziekenhuis worden vervoerd. Tijdens het gevecht worden twee Skyriders door de politie opgepakt. Het zijn Meijer en Cijvat, de twee jongens die in eerste instantie door de politie worden gezien als de aanstichters van het geweld. Cijvat wordt verder verantwoordelijk gehouden voor de steekpartij waarbij agent Leijdekkers aan zijn hand gewond is geraakt. Meijer wordt aangeklaagd vanwege zijn agressieve houding ten opzichte van de politie waarbij hij hen zou hebben bedreigd met een mes en een fietsketting. Verder wordt nog een Skyrider en twee Ambonezen opgepakt en ingesloten in het politiebureau. Overigens worden allen de volgende dag na verhoor weer op vrije voeten gesteld.

Bestorming

Het blijft echter onrustig die zaterdagavond. Nadat de vechtpartij op de Nieuwendijk door de politie is uiteengeslagen verzamelen de groepen jongeren zich opnieuw. De Ambonezen trekken massaal richting politiebureau en rond elf uur wordt door een groep van zo’n vijftig Molukkers een poging ondernomen het politiebureau in de nabijgelegen Molenstraat te bestormen. De PZC doet verslag: “Met grof geweld konden de politiemensen de Ambonezen uit elkaar jagen. Kort na elven bracht de politie opnieuw een ‘stormram” op de Nieuwendijk. De witte verkeerstechnische wagen kwam aanrijden en voor nachtclub “La Cave” werd het achterdeksel gelicht en renden de gewapende agenten met ijselijke snelheid over de straten achter de Ambonezen aan. Tot op Boulevard de Ruyter werden ze achtervolgd. Ze waren echter watervlug en ongrijpbaar. Voortdurend doken de agressieve jongens van links en rechts weer op. Zo gebeurde het dat een Ambonees, als een bezetene tussen de verbouwereerde omstanders en geparkeerde auto’s op de Nieuwendijk een baksteen aan gruzelementen gooide waarbij de brokstukken her en der tegen verschillende voertuigen aanspatten." Inmiddels vindt diplomatiek overleg plaats. Wethouder Filius is inmiddels op het terrein aanwezig om zich op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen en ook officier van justitie mr. J.A. Blok wordt ter observatie op de plaats van delict waargenomen. Inmenging van ouderen en bestuursleden van de sociaal-culturele Stichting “Somukil” uit Middelburg zorgt voor een dialoog met de Molukse jongeren die hen oproept te staken met het geweld en volgens de verslaggever van de krant de vechtersbazen maant te stoppen met hun agressie door ze toe te roepen “Poelan Poelan” (ga toch naar huis!) Al twee dagen eerder heeft de politie contacten gehad met de stichting “Somukil”, zo blijkt later, omdat een escalatie werd voorzien.

Veldslag

Eerder in de week had reeds een escalatie plaatsgevonden tussen een groep Ambonezen en de politie nabij de Vlissingse Keersluis waarbij de Vlissingse politieagent Ficheroux ernstige verwondingen aan zijn dijbeen had opgelopen. Dat het bepaald niet zachtzinnig omgaat op die zaterdag de 11e juli in de binnenstad blijkt uit het arsenaal wapentuig waarmee strijd wordt geleverd: messen, fietskettingen, stokken, kabeltouw, zwepen met spijkers erin en zelfs boothaken. Tijdens de gevechten ondervindt de politie veel hinder van omstanders en nieuwsgierigen. Volgens de krant was het daardoor niet uitgesloten dat ook omstanders of andere in de weg lopende mensen een tik van de wapenstok opliepen. In het gedrang wordt door een gemotoriseerde agent over de linkervoet van een 16-jarige Middelburger gereden die vervolgens met verwondingen naar het Middelburgse Gasthuis wordt overgebracht.

Na het weekend is het duidelijk dat aan de situatie een einde moet komen. Als de escalaties blijven voortduren kunnen grote ongelukken gebeuren. “Er kunnen zelfs doden vallen” is het commentaar. Ook de verenigde horeca-exploitanten vinden dat er iets moet gebeuren. Horeca-exploitant André Prins van dancing “La Cave” zegt in de krant van maandag 13 juli: “Ik hoop niet dat deze toestanden als die van zaterdag zich herhalen. Over het algemeen heb ik de indruk dat de meeste Ambonezen niet positief tegenover deze botsingen staan. Maar ze doen wel mee als het erop aankomt om als grote groep hun vrienden te ondersteunen.". Hij voegt er aan toe dat, ondanks de vechtpartijen die zich grotendeels op straat afspeelden, een grote groep Ambonese jongelui rustig in zijn café bleef zitten en zich distantieerde van het strijdgewoel.

De heer Acda, eigenaar van "Joop's Bar" wil ook zo snel mogelijk een oplossing. Hij vindt dat dit soort ontwikkelingen de sfeer in de binnenstad ‘verstiert’. Onder zijn vaste klanten zijn veel Skyriders en hij zegt: “Je koopt niks voor al dat gedoe. Je krijgt alleen dat al je andere klanten weglopen door die constante herrie voor de deur. Die Skyriders komen er in ieder geval bij mij niet meer in, zolang die zaak niet in het reine is gebracht.” Hij beklaagt zich verder over een kapotte ruit die het gevolg was van het geweld en vraagt zich af: “Wie zal dat betalen…?”.

Crisisberaad

Diezelfde maandag komt in de Vlissingse Tulpenlaan ten huize van de familie Meijer een groep Skyriders bij elkaar voor crisisoverleg. Zoonlief M.F. van der Heyden (18 jaar) wordt gezien als een van de leiders van de groep en zijn vader ziet zich genoodzaakt de ontwikkelingen van het afgelopen weekend te bespreken. Uit het overleg blijkt dat de Skyriders bang zijn dat een aantal van hun groepering de schuld zal krijgen vanwege het uitlokken van het geweld en de Ambonezen buiten schot zullen blijven. Meijer en de moeder van de eveneens gearresteerde Cijvat gaan met de pet rond en halen zo een kleine driehonderd gulden op voor de eerste kosten van het inhuren van een advocaat. Verder komt men tot de conclusie dat een gesprek tussen de strijdende partijen wellicht een oplossing is.

Maar de Skyriders hebben wel zo hun eisen. In een verklaring zeggen zij ‘de ontwikkelingen van de afgelopen zaterdag niet zomaar van zich te willen afschudden, en bereid te zijn tot een gesprek met de Ambonese jongens. “We willen best een gesprek organiseren. Met Ambonezen en alle Skyriders. Maar dan moet ook de politie erbij zijn." Een eerdere poging tot bemiddeling is door onwil van de Ambonezen op niets uitgelopen. Bestuurslid Saya van de sociaal-culturele stichting “Somukil” uit Middelburg vindt het een goed idee. “Er moet een middel zijn om onze jongens en de Skyriders tot elkaar te brengen." Hij is van mening dat de Ambonese jeugd zich beslist niet ‘te groot’ voelt om van haar kant een voorstel te doen. “We moeten gewoon een keer een afspraak maken en met zijn allen gaan praten. Maar ik vraag me af, zullen de Skyriders met deze mogelijke oplossing instemmen. Het kan een pleister op de wonden worden.” Ook hij vindt dat de politie bij het gesprek moet worden ingeschakeld en noemt de naam van commissaris Van Ooijen uit Middelburg die al eerder gesprekken met beide partijen heeft gevoerd. En, zo concludeert Saya: “Misschien worden ze nog eens vrienden!”

Vredesberaad

Het gaat de goede kant uit. Terwijl in Vlissingen de jaarlijkse kermis is losgebarsten wordt ten kantore van mr. W.J. Dieleman in Middelburg een gesprek gehouden waarbij de strijdende partijen aanwezig zijn. Bij het gesprek die dinsdag zijn vijf Skyriders aanwezig (twee ouderen en drie jongeren) en vier Ambonezen (twee ouderen en twee jongeren). Verder is de heer Saya van “Somukil” aanwezig namens de Ambonese jongeren en de heer P.J. Smit, hoofdleider van jeugdclubhuis “De Globe” uit Vlissingen. Volgens de PZC is het gesprek goed verlopen, want daags nadien kopt de krant “Skyriders en Ambonezen roken samen de vredespijp”. Volgens het nieuwsverslag is afgesproken dat noch de Skyriders, noch de Ambonezen in het vervolg wapens zullen dragen als zij uitgaan en dat zij geen vechtpartijen zullen leveren. Verder geven beide partijen aan zich met elkaar te willen verzoenen en willen proberen elkaar beter te leren kennen. “Een van de eerste uitvloeisels van deze bijeenkomst was dan ook een spontane uitnodiging van “Somukil” aan de Skyriders om er op zeer korte termijn gezamenlijk met de Ambonezen een gezellige avond door te brengen." Volgens de krant is de commissaris van de Vlissingse gemeentepolitie, de heer J. van Marion op de hoogte gesteld van de ‘vredelievende resultaten’ van het gesprek.

Het diplomatieke overleg werpt zijn vruchten af. Wellicht dankzij “Somukil” en andere bemiddelaars in het conflict. Al op 23 juli wordt in het centrum van de “Somukil” Stichting een succesvolle verzoeningsavond georganiseerd waarbij de voormalige kemphanen bij elkaar worden gebracht. Van beide strijdende partijen zijn zo’n dertig relschoppers aanwezig en in plaats van elkaar de hersens in te slaan luisteren zij aandachtig naar de heer Saya. Die stelt voor het gebeurde te vergeten en trachten toenadering tot elkaar te zoeken. Hij doet een toezegging dat het centrum waarvan hij de voorzittershamer hanteert in de toekomst voor alle jongeren open staat. Namens de groep Skyriders spreekt de heer H. van Hal zijn wens uit dat dergelijke avonden meer zullen worden georganiseerd.

De avond wordt zelfs besloten met muziek en dans als we de PZC van vrijdag 24 juli 1970 mogen geloven: “Dat de avond een succes was bleek wel uit het feit, dat besloten werd met een dansje, wat mogelijk was omdat zowel Zuidmolukse- als kennisjes van de Skyriders tijdens de avond aanwezig waren. De heer Saya kon nog niet meedelen dat binnen niet al te lange tijd in het centrum van de Somukilstichting een beatavond met een bekende band zal worden gehouden." En zo werd gebroederlijk een wapenstilstand gesloten en bleef de zomer van 1970 in Vlissingen verder redelijk rustig.

Gerard van der Hoeven. Juli 2004

Propaganda

Kermis 1953:
Het mag toch wel een bijzonderheid heten dat het gedurende de kermis vrij goed weer is. Vooral de eerste dagen hield het weer zich uitstekend. En daar het aantal 'spullen' dit jaar niet bijster groot is, komt dit de exploitanten die er zijn zeker ten goede. Over het bezoek in de avonduren heeft men zeker niet te klagen en ook overdag komen velen van buiten zich op het kermisterrein vermaken.
Daar de Vlissingse kermis tegelijk valt met een grote feestweek in Gent en de belgen de gewoonte hebben, als het in hun stad feest is, zich elders te gaan vermaken, is het aantal Belgische bezoekers zeer groot. Vele autobussen komen dagelijks te Vlissingen aan en de Flandria vaart met twee boten. We mogen in dit verband niet onvermeld laten dat door intensieve propaganda in België, vrijwel uitsluitend bekostigd door een plaatselijke hotelhouder, waarbij folders aan de Flandria en busexploitanten in België werden verstrekt, speciaal met het oog op de Vlissingse kermis, het aantal bezoekers het vorig en dit jaar enorm is toegenomen. Hiervan profiteren naast de kermisexploitanten zeker ook verschillende Vlissingse neringdoenden. Hier het bewijs dat door een vrij geringe reclame, vele duizenden bezoekers worden aangetrokken. Middenstanders houdt het voor gezegd!
Dinsdag werd de Belgische Onafhankelijkheidsdag gevierd en was er een record aantal auto's en bussen op Walcheren. Sedert dat er een intensieve controle bij de Prov. bootdienst wordt gehouden, doordat veergelden worden geheven, is zulk een groot aantal motorcars nog niet overgezet. De Prins Hendrikweg was te kort, en kon nu niet zoals vroeger wel gebeurde, de file tot op de Koningsweg worden doorgetrokken. Alles moest eerst over de Baley-brug passeren en daarna werd op de Oude Souburgseweg een tweede file gevormd. Hoewel de gehele dag met drie boten werd gevaren, kon eerst tegen elf uur de laatste auto worden overgezet.
Uit Scheldebode 24 juli 1953

Poffertjes Beekvelt

Uit PZC 8-7-1986:
"De meeste kinderen begrijpen niets van het leven van kermismensen. Dat merk je vooral als je op een gewone school komt. Dat gebeurt namelijk weleens tussendoor. Wanneer we niet tegelijk met de kermis staan en er dus geen rijdende school is".
Annemarie Beekvelt (11) en haar zus Michelle (8) vertellen. Ze komen uit...? Ja eigenlijk uit Nederland. De afgelopen maanden woonden ze zo'n beetje overal. Weekje hier, twee weken kilometers verderop. En telkens wordt de woonwagen half in elkaar geschoven. Potjes en prulletjes en de bedden. Dekens erover en zo achter de vrachtwagen. Hun poffertjespaleis gaat dan weer als een supergroot bouwpakket op een aparte aanhanger.
Nu staan ze maar liefst zes weken met hun ouders, oma, plus broertje Tinus. Fijn, even geen les in de school op wielen. Die komt pas langs als in Vlissingen de kermis draait. Dat betekent dan wel elke week twee dagen les. En zelf thuis verder werken met je portie huiswerk en je eigen lesboeken. Op de volgende kermis is er dan wel weer zo'n school. Behalve als er minder dan 10 leerlingen zijn.
"Kermiskinderen hebben ook nooit paasvakantie en zo" leggen de zusjes uit. "Anders zouden we niet genoeg leren op een jaar. Als we de busschool lang mislopen gaan we daarom tussendoor naar een gewone toe. Zomaar ergens in een woonwijk. 'Burgerschool' noemen we dat". Michelle: "Ik geef er niks om hoor, steeds bij nieuwe kinderen. Maar ze vragen soms wel stomme dingen. Of we wel een tafel hebben en een TV. Ze denken ook dat we alleen maar poffertjes eten".
Ze organiseren gauw even een rondleiding door de woonwagen. Dwars door de huiskamer, slaapkamers, naar het ligbad en de douche. En vanzelf buitenom, langs de caravan van Annemarie. Want zo gaat dat in de kermiswereld. Aan een apart slaapkamertje toe? Dan krijg je je eigen caravan. "Ik vind het 't mooist als de kermis erbij komt", zegt Annemarie. Vooral als hij open gaat. Dan zitten we als eersten overal in. Lekker zelf in de cakewalk, alvast een beetje sfeer maken. Iedereen weer zien...". Ze knikken tevreden. Twee rasechte kermiskinderen. Tot vele opa's en oma's terug. En als het aan hen ligt gaat het zo nog jaren verder."

Bronnen