Vlissingen Dronk

De Gouden Leeuw

 

De Gouden Leeuw

Groote Markt 48
Vlissingen

 

Oorspronkelijk Herberg, later Café op de Groote Markt C 48, ook wel Korenmarkt.

Geschiedenis

1830
Wed. J.W. Hofman-van Olphen

De weduwe Hofman is de eerste uitbaatster van herberg De Gouden Leeuw. Ze woont al sinds juli 1830 op Groote Markt C 48, pas in 1844 staat ze ook geregistreerd als herbergierster. Lees verder onder 'Bijzonderheden'.

1861
Wed. C.H. Lauwereins-van der Looi

Na het overlijden van de weduwe Hofman worden haar huizen in de Lange Nieuwstraat verkocht en ook de inboedel van haar 'sterfhuis' aan de Grote Markt. Pas ruim 10 jaar na haar overlijden, op 23 januari 1874, wordt de herberg -wegens vertrek naar elders- te huur aangeboden. Vermoedelijk is de zaak door haar oudste dochter Clara van der Looi voortgezet. Clara vinden we later terug in Lauwereins en Zomerlust.

1874
J.J. Plaizier

In de periode 1874-1876 wordt de herberg genoemd in advertenties van wafelkramen, maar pas in de zomer van 1876 duikt de naam J. Plaizier op. Het is mogelijk dat hij al sinds 1874 de nieuwe herbergier is. Plaizier blijft in De Gouden Leeuw tot 1893, dan volgt A.J. Bulterijs.

1893
A.J. Bulterijs

De volgende drie jaar wordt De Gouden Leeuw uitgebaat door A.J. Bulterijs. Op 11 oktober 1897 neemt J.A. Pieterse van Wijck het café over. Bulterijs gaat naar de Lepelstraat en in 1906 opent hij een zaak aan de Noordzeeboulevard (later Boulevard Bankert), zie Bulterijs en Bulterijs (2).

1897
J.A. Pieterse van Wijck

J.A. Pieterse van Wijck neemt op 11 oktober 1897 het café over van Bulterijs. Hij plaatst op 25 april 1898 een advertentie met de volgende inhoud:
ATTENTIE s.v.p.
Ondergeteekende verzoekt het geachte publiek beleefd, geen geloof te slaan aan de VALSCHE LASTERTAAL, welke de laatste dagen van mijn persoon de ronde doen. Mij inmiddels beleefd aanbevolen houdende, verblijf ik hoogachtend, J.A. Pieterse van Wijck, Agent der Deli-Bierbrouwerij, Café Gouden Leeuw Groote Markt Vlissingen.
Wat de lastertaal zoal inhield is niet bekend, wel komt datzelfde jaar 1898 een nieuwe eigenaar in De Gouden Leeuw. Pieterse van Wijck is in 1907 eigenaar van Ons Genoegen op de Kleine Markt.

1898
J. Poppe

Op 29 augustus 1898 heropent Janus Poppe De Gouden Leeuw. Hij bericht "het geachte publiek van Vlissingen en omstreken dat hij heden het Café De Gouden Leeuw op de Groote Markt heeft heropend, hopende door eene nette en accurate bediening zich het vertrouwen waar te maken". Poppe wordt lange tijd de uitbater van het café, pas in 1921 komt zijn opvolger J. Boshamer. Poppe vertrekt naar De Beurs (2) in de Weststraat.

1921
J. Boshamer

J. Boshamer zit van 1921 tot 1926 in De Gouden Leeuw. Onder de naam 'Madammeke' verkoopt hij patat-frites op de Groote Markt. In verband met het faillissement van Boshamer wordt het café in 1926 publiek verkocht. Hij vertrekt in februari 1926 naar Dordrecht.

1926
G. de Visser

G. de Visser is de opvolger van J. Boshamer. De Visser is de laatste eigenaar van de Gouden Leeuw.

Halfverwege jaren '30 koopt L. de Jong het pand en vestigt er zijn aannemersbedrijf. Daar blijft hij tot begin jaren '70 waarna het bedrijf naar de Voltaweg verhuist.

Lex Nijman (Noordzee, De Bourgondiër) runt er daarna nog gedurende korte tijd een winkeltje in antiek en curiosa.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op De Gouden Leeuw/foto's

Verhalen

Bijzonderheden

De Weduwe Hofman-van Olphen
De weduwe wordt als Johanna Wilhelmina van Olphen geboren in Vlissingen op 22 april 1800, als dochter van Johannes van Olphen en Elisabeth van Dieren. Voorafgaand aan haar huwelijk met Hofman heeft ze een relatie met de zeeman Frederik van der Looi. Over een huwelijk is niets bekend, wel is Van der Looi de wettige vader van haar dochter Clara Hermina, de latere Weduwe Lauwereins uit de cafés Lauwereins en Zomerlust.
Johanna van Olphen trouwt op 6 augustus 1823 met de scheepmaker Johann Heinrich Hoffman, meest vermeld als Johan Hendrik Hofman (Vlissingen 15-1-1802 / 30-1-1838). Het echtpaar krijgt zes kinderen. Na de dood van Hofman heeft de weduwe meerdere relaties waaruit nog drie kinderen worden geboren. Haar gezin is tussen 1822 en 1843 woonachtig op de adressen Lange Walstraat Wijk I 66, Korte Noordstraat aan de Vismarkt Wijk E 119, Korte Noordstraat Wijk E 90 en Grote Markt Wijk C 48.
Tijdens haar huwelijk wordt Van Olphen meestal vermeld als particuliere. Pas in december 1844, bij het huwelijk van haar oudste dochter, wordt ze vermeld als herbergierster. Dit blijft zo tot in haar eigen overlijdensakte, wat zou betekenen dat ze tot aan haar dood is blijven werken. Ook wordt ze eenmalig genoemd als winkelierster, nl. in een koopcontract betreft de aankoop van een huis en erf in de Lange Nieuwstraat H 145. Van Olphen heeft dit pand (inhoud 42 ellen) voor 500 gulden overgenomen van Adriaan de Wijs. Na haar overlijden op 27 juli 1861 worden dit huis en een pand aan Lange Nieuwstraat H 128 op 2 september 1861 door haar erfgenamen publiekelijk verkocht. Verkoop vindt plaats in De Gouden Leeuw. Een dag later worden ook roerende goederen verkocht 'aan het sterfhuis' op de Grote Markt. Deze inboedel bestaat onder meer uit meubels, glas- en aardewerk, porselein, 'ledekanten met behangsels' en 'goede bedden met toebehooren'. Door dit alles is aan te nemen dat Johanna Hofman-van Olphen de herbergierster was in De Gouden Leeuw en dat zij in 1830 de eerste uitbaatster moet zijn geweest.

De Weduwe Lauwereins-van der Looi
Clara Hermina Lauwereins-van der Looi heeft in de tweede helft van de negentiende eeuw vier horecazaken gehad. Ze begon in Vlissingen, vertrok naar Middelburg en keerde enkele jaren later, met een tussenstop in Groot-Abeele, terug naar Vlissingen.
Clara werd geboren op 18 september 1822 als dochter van Frederik van der Looi en Johanna Wilhelmina van Olphen. Op 18 december 1844 trouwt ze met Johannes Baptiste Lauwereins (Oostende 1818). Lauwereins overlijdt in Vlissingen op 8 juni 1866. Volgens de rouwadvertentie die de weduwe plaatst na een langdurig en smartelijk lijden. Hij laat haar acht kinderen na, waarvan zeven nog minderjarig. Lauwereins staat vanaf zijn huwelijk tot aan zijn dood geregistreerd als (zee)loods bij het Belgisch Loodswezen.
Tijdens haar huwelijk wordt Clara van der Looi uitsluitend genoemd als particuliere (zonder beroep), maar vanaf februari 1866 (het huwelijk van haar oudste dochter), staat ze ingeschreven als herbergierster. En zo ook vier maanden later bij het overlijden van haar echtgenoot. Door diens dood komt de weduwe in financiële problemen, het is aan te nemen dat zij instapt in het familiebedrijf De Gouden Leeuw.
Als op 20 januari 1875 het Koffijhuis en Logement De Kersenboom aan de Grote Markt in Middelburg bij opbod wordt verkocht, wordt ze de nieuwe eigenaar. Amper een maand later opent ze de zaak als 'De Oude Kersenboom', dit om onderscheid te maken met een nieuw koffiehuis met de naam 'De Nieuwe Kersenboom', wat uitgebaat wordt door de erfgenamen van haar voorganger.
Hoe de zaken gaan is onbekend, maar er lijkt een moment te zijn geweest dat ze heeft overwogen om uit de zaak te stappen. In februari 1876 biedt ze het koffiehuis te huur aan maar dit heeft blijkbaar geen doorgang gevonden. Vier jaar later doet ze opnieuw een poging haar koffiehuis van de hand te doen. Ditmaal met meer succes. De weduwe vertrekt naar Groot-Abeele en opent daar Café Zomerlust. Hoe lang dit café heeft bestaan is (nog) niet bekend.
Vanaf 1898 staat de weduwe Lauwereins vermeld als koffiehuishoudster aan de Dokkade wijk L 106 (later nr. 39). Volgens adresboeken vanaf 1903 woont ze hier tot aan haar dood in september 1912. Haar jongste zoon Johannes Franciscus Eduardus Lauwereins werkt al enige jaren mee in het café van zijn moeder als hij het omstreeks 1904 van haar overneemt. In 1926 verplaatst hij zijn zaak naar Koningsweg 47. Hier, in Café Keersluis, worden hij en zijn vrouw op 4 maart 1937 vermoord.

Het gezin Lauwereins-van der Looi was woonachtig in de Lange Nieuwstraat (nabij de kade) Wijk H 128, Lange Nieuwstraat Wijk H 145, Oostzijde (Oude Haven, nabij de Nieuwstraat) Wijk H 126, Beursstraat Wijk D 26 en Nieuwendijk Wijk H 49. De adressen H 128 en H 145 zijn panden die in bezit zijn van Johanna van Olphen, de moeder van Clara Lauwereins.
Johan Jacob Plaizier, geboren op 30-1-1846 in Vlissingen als zoon van Cornelis Plaizier en Adriana Buhler. Hij is de oudere broer van Christiaan Joseph Plaizier uit Dokzicht. J.J. trouwt op 22-4-1874 met Maria Anna Theresia Clasquin. Zij overleed 25-9-1914, Johan Jacob op 28-5-1924.
A.J. Bulterijs
is in 1893 getrouwd met Th. Kuipers. Na De Gouden Leeuw wordt hij hofmeester op de 'Zeeuwsche Spoorboot nr. 2'. In 1904 opent hij cáfé Bulterijs (2) in de Lepelstraat en in juni 1906 gaat hij naar Boulevard Bankert 26 (zie Bulterijs). Bulterijs is op 29 april 1912 overleden, slechts 48 jaar oud.
Johannes Antoni Pieterse van Wijck
(5-6-1875), sinds 15 oktober 1897 gehuwd met Catharina Sijke van Oyen Laurense. Is in 1897 exploitant van De Gouden Leeuw op de Grote Markt en in 1907 Ons Genoegen aan de Kleine Markt. In 1927 uitbater van Rust Wat aan de Koudekerkseweg.
J. Poppe
Janus Poppe, geboren in Ritthem op 30-4-1864. Trouwt 11-3-1885 met Johanna Christiaanse, op dat moment is hij sleper van beroep. Hun zoon Andries is later te vinden in Pension Poppe. Janus Poppe overleed op 58-jarige leeftijd op 22-7-1932, zijn weduwe op 11-8-1936. In de periode van J. Poppe is Café De Gouden Leeuw "De Eerste Vlissingsche Champagne Pilsfabriek" en heeft limonades in verschillende soorten.
J. Boshamer
Jacob Boshamer, gehuwd met Sidonia Ludovica Adriaensens (zie De Scheldebar en St. Jacob)
G. de Visser
In 1923 vertrekt ene G. de Visser van Steeds Welkom naar Strandzicht. Het is niet bekend of het om dezelfde De Visser gaat als de exploitant van De Gouden Leeuw.
Biljarten
"hier (aug. 1921) ter stede is opgericht de tonclub (biljarten) 'De Vriendenkring', gevestigd in het café 'De Gouden Leeuw' op de Groote Markt. Het aantal leden bedraagt 18 en kan tot en met 25 worden uitgebreid".

Externe links

Bronnen