Vlissingen Dronk

Back to the Sixties

BACK TO THE SIXTIES 1988 - 1993

Sixties 1989 tekening.jpg

Geschiedenis

“Na de Braderie was het klaar, dan gebeurde er niets meer in Vlissingen tot de volgende zomer". Dat was voor horeca-ondernemers Willem de Baat (Astoria), Henk Hut (Hoppit), Chris Frank (Atlanta), Peter Netten (Frapo's) en Nol Wouters (Café Nol Sporthal) aanleiding om zelf iets te gaan organiseren. Ze wilden wel iets anders dan de op dat moment populaire jazzefestivals, bovendien iets wat beter zou passen bij het karakter van Vlissingen.
Vlissingen was in de jaren zestig het bruisende centrum van Zeeland, met o.a. Group 1850, Dave Berry en The Motions in La Cave en als hoogtepunt Pink Floyd in het Concertgebouw. Dit inspireerde vele jonge Vlissingers om ook zelf een band te beginnen, zoals Formations, Dragon Fly en Universal Delight. Dit alles bracht de horecavereniging in 1987 op het idee deze jaren ’60 te laten herleven.

1988

Het eerste “Back to the Sixties festival” vond plaats op 16 en 17 september 1988 in het oude Arsenaal dat voor de gelegenheid was omgebouwd tot een ware poptempel. Met optredens van: The Shoes, The Troggs, Renée & The Alligators, Roots ’66 (met Leo van de Ketterij) en The Equals. Tijdens de optredens draaide constant een vloeistofprojector. Het festival begon ’s middags met muziekfilms waarin Jimi Hendrix, The Beatles, Janis Joplin, Fairport Convention, The Who, The Mama’s & The Papa’s, Crosby, Stills, Nash and Young te zien zijn. De beelden werden door SKW gehuurd van Fenno Werkman die in een Engelse vrachtwagen uit 1960 ook de films Woodstock, Monterey Pop e.a. naar Vlissingen bracht. Op de tweede dag was er een markt met sierraden en kleding uit de sixties. De DOP-soos Dream At Dawn hield een reünie waarvoor tweehonderd oud-leden zijn opgesnord –oude ledenlijsten waren bewaard op een zolder- en uitgenodigd. Tweehonderd mensen die zichzelf het ontbrekende element in het Vlissingse wapen noemden kwamen bijeen op de zolder van het Arsenaal en bekeken elkaar en acht panelen met foto’s. Een reünist: “Hoewel erg gezellig, zo’n feest heeft toch iets krampachtigs. De sfeer van toen ontbreekt. Dat kan ook niet anders, wij zijn met de tijd meegegroeid”. De horecavereniging had een poging gedaan om Dragonfly bij elkaar te brengen, maar dat was niet gelukt. Leo van de Ketterij, eerder gitarist in Shocking Blue, bood aan een gelegenheidsband samen te stellen. Leo, zijn vrouw Cindy Tamo (zang/bijzang), zanger Henk Feij (ex Feed-Back en s(ch)o(o)ulmate van Leo), drummer Marc Bonne (van Bart Peeters & The Radios), bassist Kees den Hoed (van de Rob de Nijsband) en pianist/organist Peter Westerhuis vormden daarop Roots ’66.
Het Arsenaal (voor de omslag tot attractiepark) was het middelpunt van het festival, maar ook de cafés in de binnenstad deden mee. Voor Frapo's staat een podium waar diverse bandjes muziek uit de sixties spelen.

Na deze eerste editie met ruim drieduizend bezoekers was de organisatie stellig van plan dit jaren zestigfestival tot een traditie te maken. Na afloop trokken veel mensen naar de kroegen in de binnenstad. “Vlissingen bruiste weer”.

1989

Ook de tweede editie van “Back to the Sixties” vond plaats in Het Arsenaal. Nu met o.a. Q 65, The Dreamers (van Freddy), Armand en The Pretty Things. En uiteraard weer de jaren zestig films. Dit jaar is het de horecavereniging wel gelukt om Dragon Fly voor een reünieconcert bij elkaar te krijgen. Dat wil zeggen: John Caljouw en Rudy de Queljoe. Drummer Huib Pouwer en ontwerper Bert Quite pasten ervoor de jaren zestig te laten herleven. Jørgen Pedersen alias Papa Long John was de presentator en trad zelf op met zijn band “The Small Ones”. Twee weken eerder was hij op weg naar Denemarken aan de dood ontsnapt. “Ik heb m’n ogen waarschijnlijk even dicht gedaan van vermoeidheid, daarna werd ik wakker in het ziekenhuis. Mijn Deense schoonvader is in het ongeluk gebleven”. Na een week nam Jørgen het besluit om toch naar Vlissingen te komen. Ondanks de pijnstillers denderde zijn rauwe stem door de zaal.

Ook deze tweede editie is weer een succes: Organisatoren Willem de Baat en Chris Frank willen er geen nachtje langer over slapen. “Wij doen dit volgend jaar weer”.

1990

Ook de derde editie op 14 en 15 september 1990 vond -vermoedelijk voor de laatste maal- plaats in het Arsenaal. Het zag er naar uit dat die locatie niet langer beschikbaar was i.v.m. het geplande toeristische project. De ontwikkelaar heeft echter zijn financiering nog niet rond waardoor het gebouw alsnog beschikbaar bleef. Het alternatief voor een dergelijk evenement zou Sporthal Baskensburg zijn, maar deze locatie is duurder en minder sfeervol. Ook dit jaar is Chris Frank de stuwende kracht achter de programmering van het festival. Bands als The Troggs zijn inmiddels twee keer zo duur geworden. Dit jaar staan o.a. The Scarlets, Big John Russell, Mungo Jerry en The Mindbenders op het programma. Er was oorspronkelijk gedacht over een andere opzet van het festival. Het zou een muzikale reis door de tijd moeten worden. “De Sixties roepen echter zulke goede reacties op dat we dat toch niet hebben gedaan” zegt Willem de Baat. “Het zou ook weleens de laatste keer kunnen zijn. Het Sixtiesfestival hoort thuis in het Arsenaal, maar bouwvakkers moeten daar binnen het jaar aan het werk zijn”.

1991

Maar in 1991 vindt het festival wederom plaats in het Arsenaal. Ditmaal met Dave Dee Dozy Mick & Tich en De Jets en nu echt voor de laatste keer. Na lang praten met de gemeente kreeg de organisatie (uitgebreid met Jeroen Verdonk) alsnog toestemming om het vaste onderkomen nog één keer in te richten als festivalplek. Dit jaar wordt het evenement zelfs met een dag verlengd: de Vlissingse versie van Pink Floyd’s The Wall –succesvolle openingsact van het Straatfestival- wordt als sluitstuk opgevoerd.

1992

In 1992 gaat het festival in eerste instantie niet door. Na vier jaar Arsenaal heeft de organisatie dit jaar geen geschikte locatie kunnen vinden. Sporthal Baskensburg was een optie, maar daar mag niet worden gerookt en de organisatoren voelen er niets voor om de hele avond politie-agent te spelen. Ook is er gedacht aan de mogelijkheid om een grote tent te huren, maar dit was te kostbaar. En een openluchtfestival in de maand september is qua weer sowieso geen goed plan. Even ziet het er naar uit dat, dankzij de projectontwikkelaar Arsenaal bv, de organisatie gebruik kan maken van het voormalige Concertgebouw. Er wordt dan nog druk overlegd met de brandweer over een maximum aantal bezoekers, want het aantal wat in het Arsenaal terecht kon, zo’n 2500 man, kan bij lange na niet in het Concertgebouw. Maar protesten van buurtbewoners zorgen ervoor dat ook dit plan niet door gaat en het festival verhuist alsnog naar Sporthal Baskensburg. In de voorgaande edities in het Arsenaal was er altijd de link naar het caféleven in de binnenstad. Om dit vast te houden rijden er na afloop bussen naar het centrum.

1993

Weer de Sporthal. Het was vorig jaar afwachten hoe dat zou vallen, want het sfeertje in het Arsenaal was onovertroffen. Maar het publiek was enthousiast en viel massaal voor de sporthal. Dit jaar wordt een terras ingericht omdat er behoefte was aan zitplaatsen. Verder is de formule hetzelfde als voorgaande jaren, drie bands op vrijdagavond, op zaterdag vier. Met in het voorprogramma lokale bands met een groot sixtiesgehalte.

1994

Er komt geen zevende editie. De Sporthal blijkt achteraf toch niet zo'n goede locatie. Het heeft het succes van de Arsenaaljaren niet kunnen evenaren en de horeca in de binnenstad kon er niet meer van profiteren. Er voor in de plaats komt het 'Najaars Horeca Muziek Festival'. In zeventien horecagelegenheden vinden optredens plaats van bands of muzikanten.

1995

Na een jaar zonder "Sixties" komt in het festival in 1995 terug, zij het in een nieuwe formule. Op 8 en 9 september herleeft de popmuziek op diverse locaties. Op vrijdag geven The Yardbirds een concert in Cosmo voorafgegaan door de Van de Ketterij Band en Cliff Bennett & The Rebel Rousers. Op zaterdag is een 'Sixtiesroute' uitgestippeld. Bekende en minder bekende bands treden op in Hoppit, Thor, De Concurrent, Vanuus, The Sound, Da Vinci en Frapo's en de restaurants De Vergeten Balk en Het Arsenaal.

Verhalen

Sixties en de reuring

"The Times they are a'changing" zong Bob Dylan. Theo Bosschaart erkent dat nog steeds. Hij lijdt niet onder het nieuwe tijdsgewricht. Toch heeft hij het idee dat jongeren nu meer gericht zijn op consumptie. “De Dop-soos, ontstaan uit een groepje dat regelmatig bij elkaar kwam op het Stadhuisplein, was anders. Wij praatten veel met elkaar over muziek, boeken en politiek. De Vietnam-oorlog speelde. Wij maakten ook bewuste keuzes: vóór thee, koffie, chocomel en frisdrank én tegen gebruik van alcoholische dranken”. Een aantal jongeren begon zich in Vlissingen te roeren als in de Randstad. Ze vormden, volgens hen, dat wat ontbrak in de Scheldestad: de dop op de fles, het wapen van de gemeente. “De hele wereld om je heen rommelde. Studenten in de VS en later ook in Europa zetten zich schrap. Martin Luther King werd vermoord. Je zag dat de samenleving aan alle kanten niet klopte. De politiek, de school, de krant. Zij waren naar onze mening geheel doordrongen van leugen en bedrog”.
Wat de Vlissingse jeugd met name miste waren gelegenheden om hun ei kwijt te kunnen, een eigen cultuur op te bouwen. De kerken hadden wel jongerensozen, maar daar was het toezicht streng. Chris van Wezel, herinnert zich J. Hintzen. Hij was jeugdleider van Jeugdsociëteit De Sloep, later Jeugdsociëteit Walk Inn. Hintzen liep met een krant rond en sloeg paartjes ut elkaar die te close dansten. Jongeren moesten zich letterlijk gedragen als jong-volwassenen.
De DOP-soos kreeg in 1967 een onderkomen in de Sarazijnstraat (Dream At Dawn). De ruimte had voldoende afmetingen om elpees te draaien. De als paddenstoelen uit de grond schietende bandjes konden er niet terecht. De eigenaren van het Concertgebouw en La Cave haalden wel groepen naar Vlissingen. Dave Berry en The Motions traden in 1966 op in La Cave en Pink Floyd kwam in 1967 in het Concertgebouw. Muziek was belangrijk volgens Bosschaart: “Neil Young, The Doors, The Byrds en Bob Dylan waren favoriet. De wijze woorden van Dylan nam je ter harte”.
Jongeren gaven bij gebrek aan beter zelf gestalte aan hun uitgaansleven. Zij probeerden een nieuwe eigen levensstijl te ontwikkelen en namen af en toe het heft in eigen hand. Piet Klip en drie andere Vlissingers stichtten kosmisch ontspanningscentrum Search for the Sun in het Don Bosco huis aan de Palingstraat. “Beroering beneden de Moerdijk” meldde het blad Hitweek in 1968 na de opening. Search for the Sun was een open soos. Supersister, Static en Livin’ Blues kwamen er. De buurvrouw van Don Bosco stoorde zich aan de concerten. Tijdens het optreden van Livin’ Blues kwam ze in haar peignoir het podium oprennen om de drumstokjes af te pakken. Een drumsolo was haar te veel geworden. Een rookgordijn hing in de zaal. “Moet je je indenken, een Vlissingse in nachtkleding belaagt één van de beste drummers uit die tijd”.

Vlissingen en vooral de jongeren bloeiden op in de tweede helft van de jaren zestig. Zo snel als het kwam, zo snel was het weer verdwenen. Search for the Sun ging in 1970 ten onder en een jaar later volgde de DOP-soos. De Pinkstergemeente kocht van Ome Jan van Loon het Concertgebouw.
“Vermoeidheid sloeg toe”, geeft Piet Klip als oorzaak aan. “De jeugd kreeg ook meer centen en ging vaker naar nieuwe cafés als Hoppit en De Concurrent. Ze konden daar ook bier krijgen”. Chris van Wezel zoekt het ergens anders: de opkomst van soft- en later hard drugs. De sfeer ging achteruit in de jeugdsozen. Theo Bosschaart constateert dat ook. “Wij hebben drugs altijd buiten gehouden. Het gebruik nam wel toe onder de leden. De muziek werd steeds belangrijker, het werd apatischer”. Het professionele jeugd- en jongerenwerk kwam op. Leden van de DOP-soos stonden aan de wieg van De Piek. De optredens in La Cave en het Concertgebouw waren hen te duur. Ze richtten de OVO-club op die een jaar bleef bestaan. De Piek werd na een kort bestaan als sleep-inn, een professioneel jongerencentrum.
De bekende popgroepen werden echter te duur voor Vlissingse afmetingen. “De periode waarin oude radio’s werden gebruikt als versterkers was voorbij”, verklaart ex-jeugdouderling J. Hintzen. “Het publiek ging ook meer eisen stellen”. Van Wezel wijst er op dat een aantal ‘jaren zestigers’ uit Vlissingen bleef zoeken en het geluk vond in de Pinkstergemeente. “’t Was voor de meesten een tijdelijke keuze”. Het ijs kraakte –om met Duco van Weerlee te spreken- wat na in de lentezon.

Uit: PZC 16-9-1988

Decibels

De openingsact van het festival in 1988 werd stopgezet vanwege overschrijding van het aantal toegestane decibels. De gemeentepolitie had na klachten van omwonenden voor de dichtsbijzijnde gevel ongeveer twintig dB meer gemeten dan volgens de geluidshinderwet maximaal is toegestaan.
Op het grasveld voor Frapo's was een podium neergezet waarop het Haagse lichtshowbedrijf System Light een popconcert zou presenteren. Als grote attractie zou tot slot een supersessie plaatsvinden waaraan grote namen zouden deelnemen. Na een uurtje spelen constateerde de politie de overschrijving. Volgens een politiewoordvoerder is gewezen op de bepalingen in de vergunning en heeft de organisatie daar zelf de conclusie uitgetrokken door te stoppen. Rond 21.45 uur zijn de muzikanten van het podium gehaald.
Theo Barbier van System Light noemt het voorval absurd. 'De meetapparatuur van de politie gaf 78 dB aan voor de gevel van Frapo's. Dat is echter geen gevel van een omwonende, maar van het café dat bij de organisatie betrokken is'. Volgens Barbier is de toegestane 60 dB het geluid dat een gemiddelde stofzuiger produceert. 'Elk popconcert stijgt boven de 100 dB uit. Wij zaten daar ruim onder'.
Hij vindt het inconsequent dat wel een vergunning wordt verstrekt, maar dat bijna geen geluid mag worden geproduceerd. 'Als je een rijbewijs krijgt en de politie zegt dat je niet harder dan 15 km. per uur mag rijden, heb je toch ook niets aan je rijbewijs'.
Barbier is ervan overtuigd dat het geluid beslist niet zachter kon. Daarom is besloten de show stop te zetten. De supersessie is naar Frapo's verplaatst. De medewerkers van System Light waren om 23.00 uur de apparatuur aan het inpakken. Het bedrijf had de show gratis aangeboden om zichzelf te promoten. Theo Barbier denkt tussen de 15.000 en 20.000 gulden in de show te hebben gestoken.
Het podium zou vrijdag e zaterdag ook worden gebruikt door verschillende andere acts. Peter Nette van Frapo's donderdagavond laat: 'Vannacht zal de organisatie zich beraden over de vraag of die optredens nog wel buiten kunnen plaatsvinden. De kans bestaat dat het hele progamma naar binnen moet verhuizen'.

Uit: PZC 16-9-1988

Bijzonderheden

Bronnen